75 normaal, het proefdier bleef gezond, en microscopisch konden geen tuberculeuze veranderingen worden aangetoond. Een vaste diagnose was echter niet door het microscoop te stellen. De milt bleek niet voelbaar. Onder kruisvuurbestraling verdwenen de klierpakketten snel. Ruim een jaar bleef hij goed. Toen kwamen verschillende recidieven waardoor het vertrouwen in de macht van de Röntgenstralen begrijpelijkerwijze werd geschokt. Men zocht tijdelijk hulp bij een ander specialist. De kuur met arsenicum bleef echter zonder veel succes en in het voorjaar van 1922 werd de jongeling wederom naar mij verwezen. Hij had toen tevens verschillende duiveneigroote klierzwellingen links in den hals, het bloedbeeld was echter nog normaal. Een kracht dadige bestralingsreeks bracht alles weder tot verdwijnen, maar enkele maanden later begon het proces weder op te spelen, om echter onder den invloed van een nieuwe X-stralenreeks weder te verdwijnen. Hu trad een duidelijke leucopenie op, reden waarom in Juli bloedtransfusie werd verricht. Twee dagen daarna verrichtte onze boerenzoon weder opgewekt al zijn zware werk en dat is tot voorjaar 1923 gebleven waarna hij snel aan een recidief is overleden. Een boerinnetje van 20 jaar komt in Maart 1919 op de heelkundige polikliniek te Middelburg. Zij had een duidelijk zichtbare klierzwelling rechts en klaagde over hoesten en kort ademigheid. Volgens haar zeggen zou deze aandoening langer dan een jaar noodig hebben gehad, om tot dit ernstige stadium te komen. Patiente was niet vermagerd en er was geen erfelijkheid ten opzichte van tuberculose. Het vasthobbelige klierpakket verdrong de luchtpijp sterk naar links. Rechts naast het borstbeen was een duidelijke demping en een Röntgenphoto toonde dan ook een grooten haard in het media stinum aan, welke met de halsklierzwelHng samenhing. Bloed onderzoek gaf normale verhoudingen. De diagnose werd dan ook gesteld op een mediastinaalgezwel. In het verloop van een aantal maanden heeft ze in Amsterdam, over 3 seriën verdeeld samen meer dan 300 bestralingen gehad van 15 minuten duur elk. Alle klinische verschijnselen verdwenen en de teruggang van het gezwel was ook Röntgenologisch te vervolgen.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1924 | | pagina 127