78 groot, week gezwel in de reeliter slaapstreek met een klierpakket rechts retromandibulaireen vuistgroot gezwel in de linker wangstreek, wellicht van de kaak uitgaandeeen voelbare milt, die 2 vingers onder den ribbenboog uitstak, en enkele kliertjes in oksels en rechter lies. De mond kon niet worden gesloten, het kindje zag er ziek en slecht uit. Er was geen koorts. Een proef- punctie in het fluctueerende gezwel van de slaapstreek gaf enkele weefselstukjes, waarop de patholoog anatoom de waarschijnlijkheids diagnose van sarcoma stelde. Het bloedbeeld was als volgt erytrocyten3.260.000. haemoglobinegehalte 38 aantal leucocyten6.300. neutroph67 eosinoph8 lymphoc20 myelocyten5 Het geheel was in een maand of 8 zoo ontstaan, maar vooral in de laatste weken was de toestand zoo dreigend geworden. (Zie figuur 10 en 11). Onder krachtdadige bestralingen gingen alle gezwellen terug. Het kind is geheel van uiterlijk veranderd en veel levendiger geworden. (Zie figuur 12). Maar de leucopenie neemt toe. Het bloedbeeld op 15 Januari: aantal roode1.900.000. haemoglobinegehalte 30 °/0. aantal witte2.700. formule neutroph. 66.8 °/0. eosinoph16.6 lymphoc. 11.4 monoc5.2 Op grond van de leucopenie is van verdere behandeling afgezien en inderdaad overleed het patiëntje 2 maanden later. Het andere kind was een jongen van 7 jaar, die al wel een jaar klachten had van spoedige vermoeidheid en slechten eetlust. De pols was wat te snel, de schildklier iets te groot, er waren enkele kliertjes links in den hals. In het najaar trad een jeukende

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1924 | | pagina 130