VIII
Twee heriuneringsborden Middelburg 1574, van aardewerk,
aangekocht.
De thans volgende mededeeling laat zich het best invoegen
bij de behandeling van de steenenkamer.
In April 1923 ontving Uw bestuur een „ontwerp regeling van
het oudheidkundig bodemonderzoek en de bewaring van voor-
en vroeghistorische vondsten" van de Eijkscommissie van advies
in zake de Musea ter beoordeeling. Het stuk gaf aanleiding tot
het maken van verschillende opmerkingen. Toen een verbeterd
concept daarmede rijkelijk rekening bleek te hebben gehouden,
kon met gerustheid de verzochte adhaesie worden betuigd. Later
bleek, dat eenige instellingen bezwaren bleven behouden en de
Minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen heeft op
grond hiervan de regeling niet bindend verklaard, doch slechts
de hoop uitgesproken, dat voortaan door de voorstanders van het
accoord zal worden gehandeld in denzelfden geest van onderlinge
samenwerking als in de regeling zoo zij tot stand ware gekomen
-zou zijn belichaamd geweest. Hiertegen kan stellig geen
bezwaar bestaan en in het vervolg zal eventueel oudheidkundig
bodemonderzoek voor zoover het Genootschap er bij betrokken
is derhalve plaats hebben in overleg met het Bijksmuseum van
Oudheden te Leiden of met andere lichamen, die daarvoor in
bepaalde gevallen in aanmerking komen.
De waarnemende conservatrice zond het volgende verslag in
„Over de aanwinsten der steenenkamer in het afgeloopen jaar
is heel wat mede te deelen. Wij noemen in de eerste plaats de
steenen voorwerpen, bij name een hoogst zeldzaam kannetje van
aardewerk of majolica, waarop in blauwe kleuren de naam van
Jezus in monogram geschilderd staat, die in den grond achter
het tegenwoordige gymnasium zijn gevonden, op het terrein waar
oudtijds het klooster Bachtensteene stond, door de Grauwe, later
Zwarte Zusters geheeten, gesticht en dat 1 540 door haar werd
ontruimd. De voorwerpen werden bij eene verbouwing van een
deel van het gymnasium daar ter plaatse ontdekt. Door het Bestuur
van het Zeeuwsch Genootschap zijn genoemde voorwerpen ter
dateering naar het Museum van Oudheden te Leiden opgezonden.