v>\v>y* 86 de gewoonte dier tijden wordt het uitgedachte in eenige dicht regelen geroemd, b. v. door het distichon Dum logarithmus erit, dam virgula, scaccliia, lamnae [laminae] Magnum erit nomen, magne Nepere, tuum. De staafjes van het Zeeuwsch Genootschap komen nagenoeg volkomen overeen met de bij N. beschrevene en afgebeelde staafjes. Alleen is daaraan bij de staafjes met vierkante doorsnede op elk zijvlak toegevoegd een doorgeschrapt cijfer (de 4 in fig. 1), het welk aangeeft, dat zich op het linkerzijvlak de tafel van ver menigvuldiging van 4 bevindt; voorts ontbreekt bij het staafje met grooter doorsnede de bij N. voorkomende derde kolom 1, 2, 3 9. Onbeduidende verschillen, die geen wijziging in de manier van rekenen met zich brengen. Om b. v. 915 met 823 te vermenigvuldigen moet men drie staafjes met tafels van 8, 2 en 3 naast elkaar leggen en de drie horizontale rijen, die het 9-voud, het 1-voud en het 5-voud van 823 voorstellen, onder elkaar plaatsen (fig. 2). In schuine richting optellend vindt men dan het product 753045. Moet men 753045 door 823 deelent zoo leert men dezelfde staafjes naast elkaar, en zoekt in de zoo gevormde horizontale rijen de grootste 7. "o 4producten, die men telkens kan gebruiken (b. v. 2. eerst 7407, gevende voor het quotient het cijfer 9, enz.). Het komt dus feitelijk neer op het hedendaagsche ver menigvuldigen en deelen; alleen behoeft men de tafels van ver menigvuldiging niet meer van buiten te kennen. Op soortgelijke wijze kan men tweede- en derdemachtswortels trekken met behulp van het staafje met dubbele doorsnede; wil men b. v. 13/69 trekken, zoo ziet men eerst dat 3 de grootste in 13 begrepen wortel is; blijft 469 (na 13 met 9 verminderd te hebben)nu moet men het staafje dat de tafel van 2x3, dus van 6, geeft, links tegen het vierkants-staafje aanleggen en vindt dan in de 7de horizontale rij het getal 469, wat bewijst dat het tweede cijfer van den wortel een 7 is. (Dus 1369 37). Het oordeel van hedendaagsche schrijvers over deze methode is niet gunstig. Zoo zegt M. Cantor (Vorlesungen uber Geschichte der Mathematik, Leipzig, Teubner, II, 1913, pag. 724): „Es ist 0 4 5

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1924 | | pagina 142