IX De vereering van den naam Jezus in monogram heeft men in hoofdzaak aan den H. Bernardus van Sienna te danken, die van 13801444 leefde. Van kettersche gevoelens beschuldigd werd hij daarvoor ter verantwoording naar Rome geroepen. Zijne zonde zou bestaan hebben in het in de hand dragen van een klein geschilderd paneeltje, waarop de naam y ij 5 in gouden letters door stralen omgeven geschilderd stond. De Paus sprak hem van alle beschuldigingen vrij. De vorm y Ij is Italiaansch, maar kwam ook in enkele streken van Duitschland voor. In Frankrijk en in de Nederlanden was de vorm j ij <5 gebruikelijk. Merkwaardig in dit opzicht is eene uit de Seine te Parijs opgebaggerde tinnen medaille, door den Franciskaner monnik Richard, een volgeling van den H. Bernardus, in groote hoeveelheden verspreid en die aan de eene zijde den naam van Jezus als i jj geschreven heeft, terwijl de daaraan gelijke keerzijde de schrijfwijze U l) y1 vertoont. Dit kan, volgens den heer J. Royer slechts verklaard worden, als men aanneemt dat de medaille aldus verzorgd voor alle volken dienstbaar kon worden gesteld. Oorspronkelijk was de naam ljjti (de dwarsstreep als verkortingsteeken geeft tevens den vorm van het kruis aan, waaraan soms nagelen hangen) ontleend aan het Grieksche IH£OY£, wat later in het Latijnsche iHËSVS is overgegaan 2). De naam stond in het midden van een cirkel van 12 vlammen waartusschen lichtstralen, eene symboliseering van de 12 apostelen. Tijdens de 15e eeuw komt de schrijfwijze lljfi en ytjö op kerken en gebouwen, op voorwerpen van kerkdijken en huiselijken aard in grooten getale voor. Langzamerhand werd het volledige symbool verbasterd en de begeleidende ornamenten gewijzigd. Het gevonden kannetje kan van Italiaansche afkomst zijn, de letters yij*t en de steensoort, majolica?, pleiten er voor, maar het is ook mogelijk, dat het in Antwerpen is vervaardigd. De drie andere voorwerpen geven geene aanleiding tot bijzondere opmerkingen. 1) Le üom de Jésus employé eomme type sur les monuments numismatiques du XV siècle principalement en France et dans les Pays voisins par J. Royer, in Revue beige de numismatique, année 1896, p. 455. 2) L. C. p. 337.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1924 | | pagina 15