3
mededinging van Aardenburg, Sluis en Damme te fnuiken en
zoodoende het gevaar af te wenden, dat haar overmacht op het
gebied van den handel een tijd lang had bedreigd.
Met de ontwikkeling van Aardenburgs handel hield die van
hare nijverheid gelijken tred. Behalve in de kleinere ambachten
en neringen, die voor de plaatselijke behoeften werkten, vond de
burgerij gedurende de eerste helft van de veertiende eeuw baar
bestaan in den landbouw, waar de vruchtbare grond in den omtrek
van zelf toe uitlokte, in de exploitatie der in de buurt opgerichte
kalkbranderijen in de haringvisscherij wélke zij met die van
Sluis, Mude, Oostburg, Biervliet, Damme, Blankenberghe en Oostende
tot onder de kusten van Engeland uitoefende 2), vóór alles echter
in de fabrikatie van laken. De weede en de meekrap, als grond
stoffen voor de bereiding van de bekende blauwe en roode verf,
en de wol, die deels per as werd aangevoerd, deels binnenkwam
uit Eriesland, Engeland en Spanje langs de omstreeks 1243 ge
graven haven, werden binnen de stad door de kammers, ververs,
volders, scheerders en ververs tot verschillende soorten van laken
verwerkt, die nog in het midden van de veertiende eeuw op de
markten van Lubeck, Rostock en Hamburg aftrek vonden 3),
Het kon niet anders of een plaats, waar zooveel welvaart
heerschte, moest naast de kooplieden, die er hun handelszaken
kwamen verrichten, ook een menigte tot zich trekken van die
talrijke zwervers, van wie in de middeleeuwen de wegen en straten
zwart zagenhandwerkslieden die van stad tot stad op hun am
bacht reisden, weggeloopen lijfeigenen, verbannenen, bewoners van
het platteland door de rampen van den oorlog tot armoede ver
vallen, misdadigers aan den wrekenden arm der justitie ontvloden,
pelgrims die ter bedevaart togen om een gelofte te volbrengen
of wel omdat de pelgrimage hun tot straf voor het eene of andere
misdrijf was opgelegd.
Ten behoeve van deze bonte schare van reizigers, voor het
1) Keurbrief, art. 287.
2) Zie Janssen en van Dale, Bijdragen, Midd. 1859, IV blz. 205, 209, 210.
8) Bahr, Handel und Verkekr der Deutschen Hanse in JFlandern wahrend des
vierzehnten Jahrhunderts, Leipzig 1911, S. 146.