7 behoeften aan de woningen van die melaatschen, welke te ziek zijn of te zwak om met de bedelnap rond te gaan Nagenoeg op denzelfden voet als te Wijk bij Duurstede gaat het toe in het Heilige Geestengasthuis te Deventer. Volgens de beschrij ving, in 1418 door een zuster van dit gesticht opgesteld, worden allen die daar onderkomen vragen één nacht geherbergd. Al te gestreng echter leeft men dien regel niet na, want wie nog een nacht langer begeert te blijven bekomt, zoo hij zich behoorlijk gedraagt, daar verlof toe, en op de hooge feestdagen mag een ieder, die zich deze gunst waardig maakt, twee dagen achtereen in het huis vertoeven. Bovendien ontvangen bij hoog water in den TJsel, bij ijsgang of „ander onweder" de gasten zoolang logies tot zij hun reis onbe lemmerd kunnen voortzetten. Behalve een nachtleger verschaft men hun nog zout en bier op de hooge feestdagen en in de Vasten zet men gaarne nog iets beters voor terwijl men aan dezulken, die zelf hun eetwaren medebrengen, het benoodigde keukengerei leent om zelf hun potje te bereiden. Des winters moet elk te acht uur uiterlijk in bed zijn, de mannen in hun slaap gelegenheid, de vrouwen in de hare. Wanneer iemand aanklopt, van wien men vermoedt dat hij met melaatschheid is behept, deelen de zusters hem onder vier oogen hare bezwaren mede tegen zijn opneming, doch zoo hij niettemin ongeduldig blijft aandringen en bij hoog en bij laag verzekert dat hij volkomen gezond is, schenken zij hem een gift groot genoeg om er hier of daar een onderkomen voor te kunnen vinden. Voor zwangere vrouwen staat het huis niet open, maar ze hardvochtig afstooten doet men niet. „Weten zij geen anderen troost (aldus deelt de beschrijving ons mede) zoo plegen onze zusters haar wat te helpen dat zij herberge winnen, en leenen haar wel beddelakens en ook wat geld en zijn haar behulpelijk met hare woorden aan eerzame vrouwen, dat die haar ook te hulpe komen opdat zij niet en verderven". „Vrouwkens van wilden leven", „speelluiden" en meer ander volk van dat slag wijst men af, maar verkiezen zij niet weg te trekken, men maakt van den nood een deugd 1) Zie de statuten van het St. Ewoudsgasthuis te Wijk bij Duurstede van 1400 in Kronijk Historisch Genootschap 1857, blz. 116 vlg.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1924 | | pagina 59