17
jaarlijksche uitkeering mocht bevrijden, ten minste indien niet de
rente gelijk veelvuldig voorkwam onlosbaar was gemaakt, maai
de schuldeischer de bevoegdheid miste om aflossing van zijn
kapitaal te vorderen. Had hij het noodig, hij kon het alleen
terug bekomen door de rente te verkoopen aan een ander. Meestal
ging dit gemakkelijk genoeg want zulke renten waren zeer
gezocht
De gasthuislanderijen, welke in 1506 en 1507 in pacht uit
stonden, lagen blijkens de rekening onder Aardenburg, in de Be-
ooster- en Bewester-eede, onder St. Kruis, Heille, Oostburg, Cadzand,
Nieuwkerke, St. Laureijns, Moerkerke, Maldeghem en in den St.
Jeronimuspolder onder Waterland-Oudeman. Hun opbrengst was
uitermate gering Van de sinds 1493 achterstallige pachten
was in 1506 en 1507 nog geen penning afbetaald, ja het stond
te vreezen, zegt de rekening, dat er „luttel of niets" meer van
zou inkomen. Voor tweehonderdvijftig roeden grond onder St. Kruis
had men bij de verhuring van 1507 den eersten van de negen
pachttermijnen, ten bedrage van zes gulden, zelfs bij voorraad
aan den huurder moeten kwijtschelden vermits het perceel „lange
vage gelegen" had. Nog aldoor, het is duidelijk, zuchtte het
gewest onder de nasmart van de jammeren, die de oorlog tusschen
Maximiliaan van Oostenrijk en Brugge (14881492) over
Vlaanderen had uitgestort. Waren er rekeningen overgebleven uit
de dagen van keizer Karel, laat ons zeggen van omstreeks 1540
toen de lange vredestijd de wonden had geheeld, geen twijfel of
de inkomsten van de tweehonderdachtenzestig gemeten, die het
gasthuis op dat tijdstip rijk was, zouden een aanmerkelijk hooger
bedrag te zien geven. Hoe het gesticht aan dit uitgebreid grond
bezit kwam, is van enkele partijen nog na te gaan. Uit de aan-
teekeningen, voorkomende in een lijst van 1538, blijkt dat zij
voor een deel waren aangekocht, voor een ander deel door over
leden zusters en anderen aan het huis gelegateerd 2).
Van de buitengewone ontvangsten, in de rekening geboekt
1) Zie S. Muller Fz., Het inkomen eener middeleeuwsche kerkvoogdij, in zijn
Schetsen uit de middeleeuwen, Amst. 1900, hlz. 240.
2) Zie de lijst van Juni 1538 (Gastkuisarchief, pakket X).
Archief 1924. 2