19 van zout om de geslachte koeien en runderen in te zouten, van kleedingstoffen en schoenen voor den broeder-ontvanger van het huis, van lammeren en varkens, van „handschoenen en sikkelen in den oogst", van „gareelen, strengen en breidelen", van assen, lankwagens en wielen voor wagens, van wagenmakers- en smids- werk, van „canevets t) omme een wijte 2) te maken", van „sparren veroorboord 3) aan het perdstal", van nagelen en wissen 4) Ver- oorboord aan het kruidhof" 5), van „potten, teelen, schotelen, kuipen, melkvaten, bezemen en anders". Naast de hier opge noemde ontmoet men in de rekening nog uitgaven „van een rend te slaan" 6), voor een dag huren van een paard, voor de reis kosten van den broeder-ontvanger" die voor de zaken van het gesticht herhaaldelijk den wandelstaf had moeten opnemen naar Brugge, Duinkerken, Leuven en elders. Menigvuldig zijn voorts de posten voor aan de gebouwen verrichte herstellingen of „refec- tiën", gelijk zij heetten. Wij merken, behalve hetgeen voor de aanschaffing van bouwmaterialen, kalk, latten en dergelijke is besteed, daaronder de weekloonen op, welke de ontvanger heeft uitbetaald aan een ambachtsman „van dat hij den reifter 7) gedekt heeft de eene zijde nieuw en de andere gestopt", aan een ander „van dat zij hare knapen 8) zond om te tegeldekken aan de schure, aan het hospitaal en St. Brydenkapelleken, twee meesters en twee knapen drie dagen", aaD een derde „van eenen dag te dekken op de schure", aan een timmerman „van eenen dag ge- timmert te hebben aan het voornoemde kapelleken", aan een metselaar „van vier dagen met zijnen knape gemaatst 9) te hebben aan het St. Brydenkapelleken". Was er veel te doen geweest aan het uitwendige van de kapel, het inwendige had insgelijks veel offers van de kas gevergd, want men was zoo het schijnt dit jaar ijverig in de weer geweest om ze te voorzien van een „sacra mentshuis" of kas tot bewaring van de gewijde hosties: men kocht kalk om een voetstuk voor het gevaarte te metselen, schafte er twee metalen deuren met sloten voor aan en liet te Gent beelden vervaardigen om het te versieren. 1) zeildoek. 2) wagenhuif. 3) gebruikt. 4) teeneu. 5) moestuin. 6) slachten. 7) eetzaal. 8) knechten. 9) gemetseld.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1924 | | pagina 71