27
daartoe octrooi, oorlof en consent te liebbene" Uit den aard
der zaak bracht dit mede, dat het gesticht van zijn beheer re
kening en verantwoording was verschuldigd aan den magistraat.
Werkelijk deelt de rekening over 15061507 met zooveel
woorden mede, dat zij is „gehoord,geaccordeerd en gesloten" in
het schepenhuis ten overstaan van „beide de burgemeesters en de
schepenen, alle daartoe geroepen". Niet minder duidelijk komt
het oppertoezicht van de stadsoverheid uit in een pachtbrief van
omtrent 1575, den oudsten die nog aanwezig is, waarbij zuster
Emerentia de Corte als overste met den ontvanger en de zusters
een perceel land verhuurt „bij advieze van burgemeesters en
schepenen" 2). Een en ander doet vermoeden, dat de verhou
ding van het St. Janshuis tot den magistraat overeenkwam met die
van het te Aardenburg gevestigde Grauwzusters- of Franciscanessen-
klooster, die in een oorkonde van 1499 aldus wordt gekenschetst: „de
baljuw, burgemeesters en schepenen der stede van Aardenburg,
jegenwoordige en toekomende, zullen altijds regard en aanschouw
hebben op het voorschreven hof3) en de inwonenden van dien en
op heurlieder goederen, al zoo verre als het heuren temporeelen 4)
zaken noopt en aangaat", en „de baljuw met twee schepenen der
voornoemde stede van Aardenburg zullen jaarlijks met de overste
en meesteresse van den voorschreven kloostere hooren de rekeningen,
die gedaan zullen wezen bij dengenen die den ontvang en handelinge
van den renten en inkommende van den voorschreven hove en
van den suppoosten van dien hebben" 5). Met dat al wekt het
bevreemding dat noch bij het afhooren van de gasthuisrekening in
1507 noch bij de landverpachting omstreeks 1575 sprake is van
een vertegenwoordiger van den bisschop, hoewel het hem in 1258
toegekende recht om een gelijk aantal regenten te benoemen als
de magistraat hem meteen ook het recht gaf, zou men zeggen, op
een gelijk deel in het opperregentschap. Wat de reden is geweest
1) Zie de acte van 22 Dec. 1544 (Gasthui sar chief, pakket CO loket 11).
2) Zie dien brief yan omstreeks 1575 (Gasthuisarchief, pakket G loket 11).
3) d. i. klooster.
4) tijdelijke.
5) Zie de acte van 18 Aug. 1499 in Janssen en Van Dale, Bijdragen, Middelb.
1856, 1 blz. 823 vlg.