JAARVERSLAG OVER 1923/1924, in de Algemeene Vergadering van 6 Mei 1924 Mr. A. MEERKAMP VAN EMBDEN. UITGEBRACHT DOOR DEN SECRETARIS VAN HET GENOOTSCHAP Geachte Toehoorders! In liet jaarverslag over 1921/2 zijn o. a. de middelen behandeld, die ons Genootschap ten dienste staan tot verwerkelijking van de doeleinden, genoemd in de artikelen 1 en 2 der Wet. Het is ver blijdend, dat thans het tot stand komen van een nieuw orgaan kan worden vermeld, dat zonder twijfel krachtig zal bijdragen tot het bevorderen en verbreiden van kennis in en aangaande Zee land. Toen de heer D. J. van der Ven te Middelburg zijn zomerfilm had vertoond, heeft stellig menig toeschouwer bedacht, hoe nuttig het zou zijn de overblijfselen van oud Zeeuwsch volksleven, die door veranderingen in opvatting en techniek te loor dreigen te gaan, bijeen te zamelen en vast te leggen in woord en beeld. Eu hierbij zou het niet kunnen blijven; het vergaren van voor werpen en het beschrijven van gebruiken zou op den duur geene bevrediging schenken, want daarnevens- zou het raadselachtige om onderzoek en verklaring vragen. Wie b.v. heeft vastgesteld, dat de Walchersche boerenbevolking op den eersten Donderdag van Mei en van October in de stad „Liesjesdag" komt vieren en daarmede de scheiding aangeeft tusschen de twee verschillende Archief 1924. a

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1924 | | pagina 7