35 op 14 Juni 1579 een voormalig Aar.denburgsch herbergier, zekere Joost de Hond, aan het hoofd van een bende Gentenaars de stad binnen en plunderde er onder meer ook het gasthuis t). Twee jaar later, op 22 Mei 1581, juist tijdens er de jaarmarkt plaats had, werd Aardenburg verrast door een troep Malcontenten van Kortrijk, die veel goed wegnamen en bij hun vertrek ver scheidene ingezetenen gevankelijk medevoerden 2). In 1583 kwam zich bij die reeks van jammeren nog de pest voegen, die de bevolking allerdeerlijkst teisterde3). Het beleg, in hetzelfde jaar door de Spanjaarden voor Brugge geslagen, deed ten slotte voor de landzaten den beker overloopen. Beangst voor de invallen des vijands, waaraan zij lagen blootgesteld, en tot wan hoop gedreven door het platbranden van Oostburg en omliggende dorpen 4), ontvloden zij de kleinere stadjes en het platteland om binnen Sluis, Vlissingen en andere vestingen veiligheid te zoeken 5). Die van Aardenburg, dat sedert 1581 was ontmanteld 6) en bijgevolg even weerloos voor vijandelijk geweld open lag als het eerste het beste dorp, deden desgelijks en in 1584 of daarom trent werd liet stedeke zelfs verlaten van zijn regeering, die de wijk nam naar Brugge 7). Wie een paar jaren nadien Aardenburg bezocht vermocht daar den toestand van vroeger nauwelijks te herkennenzoover zijn oogen reikten aanschouwde hij niets dan de poelen, kreken en slikken, waarin de vernieling van de sluis bij Slippendamme 8) in 1583 de korenvelden van voorheen had 1) Janssen, Kerkherv. in Vlaanderen, I blz. 305; Rekening van het gasthuis over 15841592, waar de aanvoerder van de Gentenaars Mr. Joost Balsiaen heet. 2) Janssen, a. w. blzz. 49, 313; Weydts, Chronique (15711584) ed. Varen- berg, GandBrugesLa Haye 1869, p. 24; Piot, Vlaamsche kronijk, blz. 611. 3) Janssen en Van Dale, Bijdr. II, Middelh. 1857, blz. 83. 4) Van der Aa, Aardrijksk. Woordenboek, Goriuchem 18391851, VIII blz. 488. 5) Janssen, St. Anna ter Muiden, Middelb. 1850, blzz. 111, 115; Janssen en Van Dale, Bijdr. II, Middelb. 1857, blz. 46; Vlietinck, Het oude Oostende, Oostende 1897, blz. 211; Kerkeraadsacta Sluis 24 Mei 1584. 6) Op order van de overheid van de stad Brugge en het College van den Vrije aldaar, zie Van Oyen, Beredeneerde Catalogus, blz. 59. 7) Vlietinck a. w. blz. 251. 8) Slippen- of Slepeldamme lag daar, waar de haveri van Aardenburg uitliep in het Zwin.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1924 | | pagina 87