XX
Inhoudsopgave der werken, uitgegeven door het Zeeuwsch Ge
nootschap der Wetenschappen.
De Inhoudsopgave zal in vier jaren compleet zijn. Het ligt in
de bedoeling haar dan te bundelen en uit te reiken aan de leden,
die vervolgens benoemd zullen worden.
Ik mag dit verslag niet eindigen zonder melding te hebben
gemaakt van eene vondst, gedaan door ons hoogbejaard medelid
Dr. 'J. R. van Eerde te Haarlem en medegedeeld aan het bestuur.
De heer Van Eerde heeft ontdekt, dat het woord „Walcheren"
is samengesteld uit „Wal" en het Keltische woord „chorn", dat
samenhangt met het Latijnsche „cornu" (hoorn, ook: hoek). Het
zou dan beteekenen woonplaats van Walen en dezelfde samen
stelling hebben als „Cornwall". Eene meer uitvoerige mededeeling
over deze schrandere woordverklaring zal in het Archief voor
1924 worden opgenomen.
NASCHRIFT.
(Vgl. biz. II.)
Op de Zeeuwsche letterkundige tentoonstelling, in Juni 1924
te Middelburg gehouden, was een bundel gedichten aanwezig,
getiteld: „Het vrolijke Walchersche boeremeisje", uitgegeven te
Middelburg (omstreeks 1800) bij J. Moens. Daarin wordt de
Annetje en Lijsjesmarkt bezongen op eene wijze, die de hierboven
op biz. II geopperde gissing betreffende de beteekenis van den
Liesjesdag krachtig steunt. Voortdurend wordt herhaald, dat deze
dag uitsluitend aan de vreugde is gewijd.