41
werd opnieuw een poging gedaan om de stad te bemachtigen en
dezen keer met succes.
Den 28 September 1645 werd met den tocht naar Hulst aan
gevangen, die in den beginne door allerlei hindernissen werd be
moeilijkt. Later ging het beter, omdat de Eransche troepen tot
ontzet van Antwerpen waren opgeëischt. Vijf groote stroomen
moest het leger van Erederik Hendrik overtrekken, dat echter
weinig tegenweer daarbij ondervond. Overal werd vee in grooten ge
tale aangetroffen, zoodat de prijzen laag waren. Het „Kort verhael" x),
waaraan wij deze bijzonderheden ontleenen, zegt, dat een koe
voor twee gulden werd verkocht, een kalf voor 10 stuivers, een
schaap voor een pijp tabak of desverkiezende voor 2 a 3 st.
Den 5en October stond het leger voor de stad, die den lOen
reeds geheel was ingesloten. Van uit de stad werd veel geschoten,
maar ten slotte moest zij zich den 4 November 1645 aan den
prins overgeven, die haar den volgenden dag bezette. Deze zege
praal is in den Lande op allerlei wijze door geschrift, gedicht
en gezang vereeuwigd.
Het is begrijpelijk, dat de vaderlandslievende Looff op dit
roemrijke beleg een penning heeft vervaardigd, waaraan hij zijn
beste krachten zal hebben gewijd. De penning mag dan ook als
een van zijn fraaiste kunstuitingen worden beschouwd. (Afb. 9.)
Voorzijde: Het profiel der stad Hulst, waarin de prachtige
St. WiLLEBitORDskerk en het stadhuis bijzonder in het oog loopen,
door een dubbele rij wallen omringd, met de Gentsche poort.
Op den voorgrond de loopgraven en andere belegeringswerken
van den prins, geheel onderaan het fort St. Jan ten Steene, waar
het hoofdkwartier van Erederik Hendrik lag. Men ziet den prins
te paard bevelen geven. Links de polder Absdael, met de troepen
van den veldmaarschalk Brederode. Een kogel ziet men van
daar uit in de stad nederkomen. Grappig is de uitdrukking der
beide paarden rechts in den Clingepolder, die, alsof het mensclien
1) Kort verhaelvan de gelegentheydthet opcomenende den tegenwoordighen
standt der stadt Hulst, gelegen in Vlaenderen, 't Amsterdam bij Cla.es Jansz.
Visscher, die de kaart ook heeft uitgegeven, die hij het „Kort verhaelbehoort.
Beide zijn aanwezig in de Zelandia Illustrata. Zie XII, no. 368.