42
waren, met aandacht en verbazing het schieten volgen. Bovenaan
het wapen van Hulst, door twee engelen vastgehouden, waarboven
op een met afhangende linten versierde strook dit ingeslagen op
schrift
NUNC SEPES HORRID A RUSCO i).
(Nu is de tuin 2) vreeselijk door Pluist.)
Het profiel der stad is zoo goed en juist geteekend, dat Looff
een vertrouwbaar voorbeeld moet hebben nagevolgd. Hit bestond.
In 1628 had een opgetogen burger van Hulst de stad op een
groote schilderij vereeuwigd en daaraan het volgende opschrift
toegevoegd
„Als men dusent ses hondert achtentwintigh sach geschreven
doen heeft Cobnelis Vos van Hulst geborene dese schilderie wt
liefden gemaeckt ende ghegeven aen de stadt tot een Eeuwighe
memorie".
Wij hebben .bij een bezoek aan Hulst in 1921 deze fraaie
schilderij ten stadhuize bewonderd. Ze is van zeer groot, lang
werpig formaat, donker van kleur, en zeer goed bewaard, de ge-
heele ruimte innemende van den zijwand naast de ramen van de
linksche voorkamer ten stadhuize.
De voorgrond verschilt; overigens is alles gelijk aan de voor
stelling op den penning. Poort en inolen zijn eveneens op de
schilderij zichtbaar. Een copie van dit tableau in potlood is
aanwezig in de Zelandia Illusirata. Ze werd in 1872 door
J. R. Haak vervaardigd.
Keerzijde: Door een zeer fraaien breeden rand, uit wijngaardloof
en druiventrossen gevormd, waartusschen bovenaan het gekroonde
wapen van de Vereenigde Gewesten, omsloten, het volgende op
schrift, dat op een cartouche, door een parelrandje afgezet, en
welks bovenhoeken zijn omgebogen, is aangebracht:
1) Volgens Van Loon zijn deze woorden uit het gedicht van Columella.
L. Junius Moderatus Columella was een uit C'adix geboortig Romeinsch schrijver
over den landbouw, 1ste eeuw na Chr.
2) Namelijk, dat door het winnen van Hulst de Nederlandsche tuin zeer krachtig
is geworden.