50
op het Rijksarchief te Middelburg aanwezig, geven weinig licht
omtrent het bedrag, aan legpenningen besteed. Slechts twee posten
vonden wij uit de jaren, dat Looff er werkte, geboekt.
De eerste staat in de tweede rekening van muntmeester P. van
der Voorde, „ingaende 7 April 1637 ende uytgaende 25 Octobris
1 645", voor de „Rekenkaemer" uitgebracht.
Daar staat onder de benaming „Coper leghgelt" vermeld
„Leggelt 23 p. 6 sch. 8 gr. vis. over leveringe van 3000 stucks
koperen leghgelt, gemaeckt voor ordres van de Heeren ter Reken
kamer van Zeeland, hieronder begrepen 10 p. vis. over tsnyden
van de stempels, dus in ponden lees guldens dezer rekening
tcxl gulden".
De legpenningen, hier bedoeld (afb. 13), zijn beschreven bij
Dugniolle1) onder no. 3997 en bij Van Orden 2). Handleiding I,
onder no. 1247. Van Loon vermeldt liet stuk niet.
21. De voorzijde laat een bolpootentafel zien, door een met
franjes afgezet kleed bedekt. Op de tafel een opengeslagen boek,
waarop woorden zijn geschreven, die geen leesbaren zin geven.
Rechts daarvan een inktkoker met een daar in gestoken en een
op tafel liggende ganzepen, links een kokertje, een klein voorwerp
en eenige penningen. Boven de tafel het gekroonde wapen van
Zeeland. Het omschrift luidt:
DISCITE IVST1TIAM MONITI. (Leert, gewaarschuwd
zijnde, de rechtvaardigheid.) Alles omgeven door een roosjesrand.
Keerzijde: Een hand, rechts uit de wolken komende, houdt
een paar schalen in evenwicht. Omschrift:
SVVM CVIQVE TRIBVERE M.D.C. XLV.
(Ieder het zijne uit te deelen 3).)
Deze keerzijde komt ook op een legpenning voor zie
Dugniolle no. 3996 die op de voorzijde het borstbeeld van
Philips IV van Spanje voert. Het is hoogstwaarschijnlijk een
zoogenaamde „jeton hybride"ontstaan door het bij vergissing
1) J. F. "Dugniolle. Le jeton historique des 17 provinces des Pays Bas.
Bruxelles 1876. 4 dln.
2) G-. van Orden. Handleiding voor verzamelaars van Nederlandsche historie
penningen. Leyden 182580. 2 dln.
3) Virgilius. Aeneisboek VI, regel 2.