54 met open muil en opgerichten staart naar links in een bewogen zee, vol klippen, zwemmende1). Omschrift tusschen twee parelranden w CALCVLI ORDINVM WALACHRL®. Keerzijde: Het- eiland Walcheren, door water omgeven. De vorm van het eiland en de ligging der dorpen en steden zijn onjuist aangegeven. Het Breede Zand bij de Oranjezon en de Westkappelsche dijk zijn er op zichtbaar. De polder Nieuwland is nogonbedijkt. Omschrift tusschen twee parelranden16 46 PROTECTOR ET HOSTIS. Ivoper. Dugniolle no. 4004. M. de Man, pi. XVII, no. 5. Verschillende verzamelingen. 29. Zelfde legpenning. Andere stempel, de walvisch kleiner en veel meer zee boven het dier. Roosje in plaats van een burcht tusschen het jaartal. Een zilveren afslag van dezen legpenning is mij niet bekend. Toch zijn, volgens de rekeningen van den Polder Walcheren, zilveren exemplaren vervaardigd en uitgereikt. Deze werden op de jaarvergaderingen aan de aanwezige Heeren Staten, alsmede aan de auditeurs der rekeningen geschonken. Koper. Dugniolle no. 4005. M. de Man 2) pi. XVII. no. 5, 6, blz. 484. Gildepenningen. I. Middelburg 30. 1628. Gilde van de schoolmeesters en de school vrouwen. (Afb. 19.) Voorzijde Twee gekruiste ganzepennen door een kroon gestoken. De punten zijn verborgen in de plooien van een kronkelend lint, dat ook over het onderste deel der pennen gaat. 3) Het wapen van Walcheren bestaat uit een schild van goud, waarop een walvisch van sabel, gestraald van keel, dobberende op een zee, voorgesteld door zes golvende fazen, atwisselend van azuur en zilver, het schild gedekt met een gouden kroon. 2) Marie de Man. Les jetons de la Seigneurie des Etats de Walcheren, dans Annales du congres international de Numismatique et dArt de la médaille. Bruxelles, 1910. 3) Dirks vergist zich hier, waar hij schrijft „Een koningskroon, doorstoken door twee pennen, die twee baronnenkroonen of hoeden dragen, en die door twee hertogelijke kronen of hoeden gaan. Daaromheen vier linten, enz." Er zijn op den penning geen kronen te zien, behalve die in het midden. Het lint is aanéén. Roosjes breken de woorden van het opschrift af.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1925 | | pagina 118