67 met de pen in sierlijke letters en krullen door Pieter Prestee geteeekend. lïet lange vers, dat wij hier niet zullen weergeven, is van M. Beiici-i. Het onderschrift luidt „Lof-dicht over de romruchtighe victorie, bevochten door den E. Vromen ende Manhaftighen Helt PK. Pietersen Heyn, Generael over 3ü schepen van weghen de Geoctroyeerde Westindisclie Compagnie der Vereenighde Vrye Nederlanden Anno 1628." Daaronder volgt het vers in twee afdeelingen. Geheel onderaan „Le Prestee Inventor: J. Loofe sculp: M. Berch: Composuit." Groot folio. Ereuerik Muller no. 204. Gat. Verz. Van Stolk no. 1668. 45. Gravure ter eere van Joos van Trappen, genaamd Banckert. (Afb. 29.) Borstbeeld van Joos van Trappen in ovale lijst, waar achter een versierde cartouche. Links, Minerva met speer en schild, rechts, Mars eveneens met schild en met een op den grond rustend zwaard. Daaronder een Lof-dicht, kunstig met de pen geschreven en zeer fraai door Looff weergegeven. Het luidt „Van den Vromen en Manhaften Kapitain Joos van Trappen geseyt Banckert, Vice admirael over 30 schepen van wegen de geoctroyeerde Westinde Compe der Yereenichde Vrye Nederlandë." Daaronder het vers „Ha Banckert die ghewent, van jongs af is te slapen, Op trustichst met sijn sweert in strydtbaer oorlochswapen. Te water opghequeeckt, Maraen die heeft gheprouft, Dat Mars de stale clinch, hem in de vuysten schrouft. Port ryco kendt den Helt, Salvador van ghelijcken, die tegen wil en danck haer Seylen mosten strijcken, YYt wiens bebloede Klau neerseeg de cromme dag Als menich rad matroos af scheurt bourgoingiens vlag; De standaert van Nassou, de wimpel van Oraingien. Swiert over Neptuins Vloot, verschrickt het ryck van Spaigien Midt de beromde daet, die cortlings is geschiet, By de Matansche baey de neerlaeg van Madrid

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1925 | | pagina 131