69
Prestre Inventor. <J. Looee sculp: Berch composuit."
Verz. Zelandia lllustrata III, no. 159.
De oorspronkelijke schilderij, waarnaar deze calligraphie is ge
maakt, bevindt zich in het museum van het Zeeuwsch Genootschap.
(Zie Catalogus der schilderijen enz., blz. 19, no. 18.) Ze is in klein
formaat in 1647 na zijn overlijden geschilderd. Banckert had
den bijnaam „den geessel der Maranen, den schrik der Portu-
geezen". Onder Tromp maakte hij zich zoo verdienstelijk, dat de
Staten-Generaal hem een keten en gouden eerepenning vereerden,
ter waarde van 2000 gulden.
Joos van Trappen overleed in 1647 op de terugreis uit Wcst-Indië
als bevelhebber der vloot. (Zie: Nagtglas. Be Zeeuwen II, blz. 776.)
D. LOOFP ALS ONTWERPER VAN KOPERWERKEN.
46. 1645. Tafelbel van het Kuipersgilde te Mid
delburg. (Afb. 30.)
In het jaar 1645 schijnt er voor de bestuursleden van het
Kuipersgilde te Middelburg aanleiding te zijn geweest om zich
in olieverf te laten vereeuwigen. In latere jaren hebben zij dit
nog tweemaal herhaald. De schilderij van 1645, misschien de
tweede van het gilde, vertoont een elftal personen, aan tafel zittende.
De voorzitter P. J. Düvelaer heeft vóór zich een opengeslagen
rekeningboek, loopende „van 30 Junij 1642 tot den 15 Julij
1643". Merkwaardig is, dat op de tafel een koperen bel staat,
die het jaartal 1645 draagt. Ze is door Johannes Burgerhuijs,
klokgieter, gegoten naar een ontwerp van Joh. Looff, wiens
initialen op de bel zijn aangebracht. Het stuk is nog aanwezig
en berust in het Stedelijk Museum van Oudheden, op de zoo
genaamde Oudheidkamer, waar het onder no. 348 in den catalogus
wordt vermeld. De bel is versierd met twee gelijke ronde medaillons,
waarop de drie figuren van de keerzijde van den gildepenning
voorkomen, omlijst door een fijnen krans van wijngaardblaadjes
en druiventrossen. Op den hamer ziet men Loofe's initialen I.L.
Plet randschrift, dat voor een deel door de medaillons wordt
onderbroken, luidt: 1645 IOHANNES BUEGERHUYS M (e)
I1 (ecit), waaronder in kleinere letters: MARCUS DE HAMEL,