70
DEKEN VAN KUPERS GILDE. DANIEL KALLAERT.
OUTDEKEN. ANTONI DE JAGER. BELEEDER, De steel is
met twee mythologische figuren versierd. De hoogte van de bel
bedraagt 195 m.M.
In de rekeningen van het gilde over 1644-1646 komt over
deze koperen bel het volgende voor: „Noch betaelt aen Michiel
Bubgeiihuise per quitantie en rekeninge over een handtbelle de
somme van 1 10. Betaelt aen Johannes Looff aen ydem
belle per quitantie 3:1." De vorm en liet ontwerp zijn dus
door dezen laatsten geleverd.
E. LOOEF ALS GRAVEUR VAN ZILVERWERKEN.
47. 1631. Zilveren Avondmaalsschotel. (Afb. 31.)
Het laatste stuk, dat wij van het artistieke werk van Joh. Looff
vermelden, is het fraaiste van alle en met recht mag het als een
kunstwerk van den eersten rang worden beschouwd. Het was tot
voor eenige jaren in Engelsch particulier bezit, maar maakt thans
deel uit van de verzameling zilverwerken van den heer A. O.
van Kebkwijk te 's-Gravenhage.
Het stelt een zilveren, ondiepen, achtkantigen schotel of schaal
voor, die voluit met Looff's naam is geteekend en het jaartal
1631 draagt. De schotel behoort dus tot de oudste werken van
dezen kunstenaar.
Behalve een fijn bewerkten parelrand, die „en relief" is, is het
geheel gegraveerd. Het middengedeelte geeft een kijk in een met
zuilen versierden gothischen tempel, waarin het perspectief uitmuntend
is weergegeven. Verder ontwaart men een altaar, dat langs twee
terrassen is te bereiken. Aan weerszijden hiervan een gesloten
vaas of kruik, een zak met meel en een pot met twee ooren,
waaruit vlammen opstijgen (reukbrander). Aan de geopende deur
links ziet men een rund, door een persoon geleid. Rechts
zijn een paar mensclien bezig een ter aarde liggend rund te
dooden.
Op den voorgrond knielt een vrouw, die met een smeekend,
bezield gelaat den voor haar staanden, in rijk ornaat gedosten
hoogepriester haar kindje aanbiedt.