81 Daar de meekrap zeer spoedig schade leed van te veel bodem- vocht, werden zorgvuldig voorzieningen gemaakt voor den afvoer van water en vooral van het oppervlakte-water. Indien in de lengte van een akker zich eene laagte bevond werd eene dwarsvoor met de spade gelegd. Dit werk heette „schaemelen" en de dwarsvoor „schaemel". In het reeds vermelde verslag van de bodembewerking van de afdeeling Zierikzee der Z. L. M. worden deze woorden geschreven „schamel" en „schamelen", maar in deze beteekenis zal men ze te vergeefs zoeken in de woordenboeken der Nederlandsche taal, zelfs in Van Dale, dat zoo menig gewestelijk woord vermeldt. De beteekenis van sehaemel als waterafleiding, zal waarschijnlijk in verband moeten gebracht worden met de Middel-Nederlandsche woorden scaemelheit en scaemel. De genoemde ruggen of bedden variëerden in breedte van 81 tot 85 c.M. Men sprak van 9 bedden onder 2 Schouwsche roeden; voor 2-jarige meekrap de kleinste maat en voor-3-jarige de grootste maat, maar waarbij de onregelmatige vorm der akkers bij de indeeling zijn invloed deed gelden. Er werd groote waarde gehecht aan het lijnrecht ploegen dezer bedden en boerenknechts, die daarin zeer bedreven waren, konden niet alleen gemakkelijker een plaats verkrijgen, maar konden ook hooger loon bedingen. De meekrap werd niet zooals in het Eransche departement Vaucluse gezaaid, (zie „Over den verbouw en de bereiding dei- meekrap in het departement Vaucluse in verband met de meekrap- teelt in Zeeland door I. G. J. van den Bosch in 1850 uitsreweven O O door de commissie van landbouw in Zeeland) maar geplant. Naarmate van meer of minder gunstig weer sproot de meekrap vroeger of later uit in de maand April. Deze stengels noemde men „kiemen", welke door vrouwen werden uitgetrokken of geplukt en daarna in een mand gelegd. Deze mand met een inhoud van ll/2 Hectoliter noemde men „kiemmand" uitspraak „kiemand" en wordt nog steeds in den zelfden vorm en onder dezelfde benaming gebruikt op de boer derijen, hoewel niemand daarbij meer aan „kiemen" denkt. Archief 1925 6

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1925 | | pagina 165