84 wortelvorming ontstond, clan werd bijgeplant wat men „ondersteken" noemde. Insectenschade kwam, hoewel niet veel, wel eens voor en werd veroorzaakt door „kiemworm" en is naar de daarvan verkregen beschrijving waarschijnlijk ritnaald geweest. Strenge vorst kon ernstige beschadiging aan de meekrap toe brengen en deze laat zich ook aflezen uit de stoofrekeningen. In de maanden October en November als de stengels „het fruit" afstierven, werden deze afgeharkt en weggevoerd en de mee daarna gedekt. Dit dekken gaf echter geene bedekking van den wortel. Men bracht met den speciaal daartoe geconstrueerden ploeg, genaamd „dekploeg" een lichte grondlaag uit de voor op het bed. Deze ploeg verspreidde den opgewerkten grond echter niet over het geheele „bed" maar alleen op de zijden, zoodat daarna met een schop deze grond over het bed werd verdeeld „geëffend". Het doel dezer bewerking was niet de meekrap te bedekken tegen vorst of sneeuw, maar aan cle plant een zwaarderen hals te bezorgen en waardoor in het voorjaar des te meer stengels „kiemen" zouden uitspruiten. J. de Kanter Philz, lector Physices, te Middelburg gaf in 1802 een werkje uit onder den titel „De meekrapteler en bereider „of volledige beschrij ving van het planten, telen, reeden en bereiden „der meekrap". Hoewel deze beschrijving nauwkeurig mag genoemd worden, is zij niet volledig betreffende de eigenlijke cultuur. Het tweede jaar waren de werkzaamheden beperkt tot het zui veren van onkruid, het wieden, maar het welig opschietende loof, het „fruit" onderdrukte vrij spoedig het onkruid, mits het eerste jaar maar flink gezorgd was den bodem zooveel mogelijk te zuiveren van onkruid „vuulte". Alleen dit tweede jaar werden in de voren tusschen de bedden paardeboonen gekweekt. Alle andere bijgewassen als kool en bruine boonen werden uit den booze geacht en waren trouwens ook alleen in het eerste jaar mogelijk. Evenals op het einde van het eerste jaar werd het tweede jaar beëindigd met het afrijven van het loof (fruit) waarna opnieuw de mee werd „gedekt", wat dan „overdekken" heette.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1925 | | pagina 168