90
In de laatste periode van de volledige meekrap-cultuur kómt
nog een nieuwe vorm van stichting van meestoven op, namelijk
dat men onder persoonlijke verbinding der 16 aandeelhouders het
bouwkapitaal leent met name voor de meestoot de Zeeuw te Burgh,
de Schouwen bij Serooskerke, de Duif te Loopers Capelle (gem.
Duivendijke), de Landbouw te Zonnemaire en de Nijverheid te
Capelle (gem. Nieuwerkerk).
Participanten in deze ondernemingen waren allen landbouwers.
Sommigen dezer spotten met de ouderwetsche houders van aan-
deelen in meestoven, omdat zij om niets een aandeel in bezit
kregen, „een vat reedden" voor dezelfde „reedhuur", een lekker
maal genoten bij de rekening, de jaarlijksche aflossing was afbe
taald en zij nog een tientje (f 10,—) mee naar huis kregen.
Met een enkel woord is reeds gewezen op de „stoofrekening".
Voor velen was deze jaarlijksche rekening een feest, wat ook blijkt
uit de klacht van een aandeelhouder, wegens het doen der reke
ning in de week voor Paschen, als zijnde dit in strijd met zijne
godsdienstige gevoelens. In den voormiddag werd door den boek
houder de rekening ter goedkeuring voorgelegd en doorgaans een
dividend direct in klinkende munt aan de aandeelhouders uitbe
taald. Reeds vroeg werd een copieuse maaltijd genoten, ruim be
sproeid met wijn.
Behalve de gewone wijn was ter tafel nog een aan de meestoof
behoorend „groot glas" met een inhoud van ongeveer een halve
flesch, dat door den boekhouder der stoof, leider van de tafel, om
een gepaste reden aan een der aaiizittenden extra werd toegereikt.
Als men in de „stoofrekeningen" de kosten dezer vergaderingen
nagaat, dan komt men onwillekeurig tot de uitdrukking baccha-
naliën, want er werd in de eerste en tot in de tweede helft der
19de eeuw zeer veel geleverd voor f 100,tot f 150,voor
een diner van hoogstens 16 personen.
Enkele meestoven maken daarop eene gunstige uitzondering,
b.v. de meestoof het Hart te Zierikzee, waarvan de stoofrekening
niet meer kostte dan 8 tot 12 gulden.
Onder de aandeelhouders werd ter stoofrekening bij opbod de
aardhoop verkocht en waarbij strijkgeld werd afgegeven.