112 doen afsetten als mogelick was, ooc den bolle ontbloot op dat hem de schilderrnochte sien. Dit blomken beeft nu dry jaeren in mijnen hof gebloeyt, alle jaer maer een blornme dragende, egheen blomme dragende soo langhe als het maer een blad heeft, want het voorleden jaer hadde ick een dragende, ende een met een bladt, het welcke nu vier hebbende ooc gebloeyt heeftdat nu voor die eerste reyse gebloeyt heeft is soo groot van gewas ende blomme als het andere, soo dat liet seecker is datse niet meerder en worden. Ick hadde over twee jaeren voor my genoomen te doen uut- trecken ende aen u.E. te seynden twee soorte van vroech dragende Lelien van Constantinopelen2), welcke ick doen ter tijt in mijnen hof hadde bloeyende, doch D. Roelsius 3) begheerte op rny dat ik het hem soude toelaeten, mits my beloovende te deelen van het gheene u.E. hem soude seynden, het welcke ick hem toeliet. Maer hoewel ick sie dat u.E. hem sulx wederom heeft gerecom- penseert soo en handelt hy nochtans niet recht nochte trouwelicken, want hy houdt het al voor hem alleen. Den hof van Symon Jasparsz. Parduyn 4), den hof van Willem Jasparsz. P(arduyn 5)) ende den hof' van L). Roelsio, die sie ick sochkinders te wesen van 1) Ouder alle voorbehoud zou ik de veronderstelling willen wagen, dat de ge kleurde teekeuing waarvan hier sprake is, misschien destijds vervaardigd is door Ambrosius Bosschakrt, bekend Nederlaudsch bloemschilder (1565-1621) die juist in en om 1596 te Middelburg woonde en daar gewerkt heeft. 2) Martagon Constantinopolitan ^Sultan zambach) zie Clus. Rar. plant. hist, pag 135. 3) Tobias Roels was te Middelburg als medicus gevestigd. Van 1591-1602 bekleedde hij aldaar het ambt vau stads-dokter. In de rekeningen van het Gasthuis te Middelburg over 1601 komt hij ook als geneesheer van dat gesticht voor. 4) Simon Jaspersz. Parduyn was de nestor van den Middelburgschen handel uit dien tijd en werd onder de meest invloedrijke kooplieden gerekend. In 1589, 1592 en 1595 was hij Burgemeester van Middelburg en van 1596 tot 1612 Rent meester der Staten van Zeeland. In 1578 sloot hij zich bij de Hervormde gemeente aan en behoorde in 1589 tot de oprichters van het College der consuls. Verder was hij compagnon in het bekende handelshuis de Moucheron en werd in 1599 onder de meest welgestelde ingezetenen van Middelburg geteld. Hij overleed in 1612. Het Zeeuwsch Genootschap bezit een geschilderd portret van hem, waarop hij een gouden keten draagt, waaraan een penning met het borstbeeld van Prins Maurits. 5) Willem Jaspersz. Parduyn, een broeder van voorafgaande Simon P., was in 1596 té Middelburg als apotheker gevestigd. Ook hij was in geregelde corres pondentie met Clusius, hetgeen blijkt uit de hierna volgende vier brieven.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1925 | | pagina 196