114
grooten leetwesen daervan tot desen tijdt gefrustreert geweest,
maer dese occasie alsnu vercregen, liebbe niet langer willen na-
laeten my te ingereren 2) in u.E. goede kennisse, om twelck te
be wij sen, ic my verstout hebbe u.E. voor dese tijdt te begroeten
met een cleyn geschenck der eerster spaensclier vruchten, liier in
deser stede overgecommen, namelickeen tonneken win genaempt
pierre semaines 3), een doose marmalade, een tonneken sucaeten,
een half dozijnne suyre ende alzoo veel zoete granaten, met een
25 lemoenen, twee citroenen 4), met zommige orange appelen,
diewelcke nyet zeere schoen en zyn, overmits alsnoch geen andere
gecommen, biddende niet te aensiene de cleyne weerdicheyt der
gifte, maer de groote gonste van degenen die hem met dyen zeer
jonstelijck gebiedt in u.E. goede gratie. Eude alzoo ic verstaen
u.E. veele vremde bulben, saeden, planten, mitsgaders tulpas 5)
van diversche soorten, dobbel witte pionien, dens canina6), anemones
diversche soorten etc. mede gebracht thebben, zal u.E. by desen
vriendelijck gebeden zijn my eeniger van dyen deelachtich te
maken, twelck ic tuwer E. discretie ende beliefte, tzy met gelde
off anderssins, geerene zal recompenseeren. Ende ten dien eynde
off daer yet in mijnnen boft ware u.E. aengenaeme ofF dien-
1) D. w. z. verijdeld.
2) D. w. z. rangschikken.
3) Waarschijnlijk was dat een wijn die afkomstig was van de Canarisehe eil. of
van de Azoren, want het handelshuis de Moucheron betrok daarvandaan groote
hoeveelheden wijn. Als bewijs daarvan moge dienen, dat alléén in de maand Februari
1593 door Balth. de Moucheron eu Simon Parduyn voor een waarde van 600
Vlaamsche ponden aan wijn hier te lande werd ingevoerd. (Zie de Stoppelaar,
Balth. de Moucheron, pag. 78)
4) Tegenwoordig wordt er in het dagelijksch leven geen onderscheid meer gemaakt
tusscheu citroenen en lemoenen. In de middeleeuwen echter wèl. De naam lemoen komt
toe aan de vruchten van Citrus limonium Rs., terwijl citroenen eigenlijk de vruchten
van Citrus rnedica L. zijn. Het verschil tusschen lemoenen en citroenen bestaat
hoofdzakelijk hierin, dat eerstgenoemde vruchten aanmerkelijk kleiner zijn, een bleeker
gele kleur hebben en een veel dunnere vruchtschil bezitten dan citroenen.
5) D. z. tulpen.
6) Zie Clusius, Rar. pi. hist. pag. 266. d. i. Erythronium Dens canis L.
7) Willem Parduyn die apotheker te Middelburg was, woonde zooals uit het
ouderschrift van dezen brief blijkt, op de Markt in het huis destijds genaamd „den
gulden mortier". Die apotheek moet tezamen met een belendend perceel op de plaats
gestaan hebben van het tegenwoordige kadastrale pand Markt C 3. Het is volkomen