132 voor t' sekerste gehouden u. E. brieven op sevilien over- lant te senden want de schippers smyten hunne brieven dick- wils overbort van vrees daerdeure verraden te worden. Het brieffken oft calfken dat u.E. inden mijnen sont hebbick in doctor Castaneda brieft' gesteken volgens u.E. begeren. Het sijn beyde mijne broeders te napels ende venegien die Sr. Daniel van der Metjlen x) daer gedient hebben, daer hy sijne brieven aen sont. Soo als occasie presenteert dat u.E. brieven derwaerts oft op eenige andere plaetsen te bestellen heeft my en gebreect geene comoditeyt, u.E. sal my believen te commanderen, oock tantwerpen of brusselen ick heb overal goede correspondentie ende my geschiet vrintschap dat ick goede vrinden daer in mach dienst doen. Ick bedancke u.E. opt hoochste vande belofte dat u.E. my desen aenstaenden somer een weynich van sommige sijne bloemen sal mede deylen tselve staet wederom te verdienen. Hier is geleden 8 oft 10 daegen een schip van west indien comen daer en van mijn bekende mede gevaeren heeft, die soo hy seght eenige soorten saet van blommen mede brenght, die hy daer selfs gepluckt heeft; compt in 8 inaenden geseylt, hy heeft my wat beloeft te geven, soo ick wat cryge ick sal u.E. wat mede deylen, oft hier wilde wassen, dan ick vrees eer neen als jae, want t'zijn hier hier coude landen by die van west indien te gelijcken. Van 'fc parlement van engelant verwachten wy daegelijcx perti- culariteyt eenige willen seggen dat den grave van Exsecx 3) soude ten hove globen hebben ende gerelaxeert 4) sijn, tijt sal leren, ende anders niet hebbende wat schryven, nae dienstige recommandatie t'uwaerts bidde ick den Almachtigen, dat hy u.E. 1) Daniël van der Meulen was destijds een bekend koopman te Leiden. 2) D. w. z. een nauwkeurig bericht. 3) Hier is sprake van Robert Deveiieux, graaf van Essex en stiefzoon van den uit onze vaderlandsche geschiedenis bekenden graaf van Leicester. Hij was een groote gunsteling van koningin Elisabeth van Engeland. In 1599 werd hem opgedragen het Engelsche gezag in Ierland te herstellen, doch hij faalde en moest worden terug geroepen. Als gevolg daarvan begon hij een samenzweering tegen Elisabeth, welk optreden hij moest boeten met den dood door onthoofding, op den 25en Februari 1601. 4) D. i. vrijgesproken. Toen Noirot deze gunstige onderstelling schreef, had de graaf van Essex reeds vijf dagen tevoren zijn hoofd op het schavot gelaten.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1925 | | pagina 216