13
toe in Zeelandt, Noorderquartier, Overijssel, alsoock tegenwoor-
dich in Gelderlandt, tsamen zijn geweest muntmeesters-generaal
van de Mutite ende Assayeur-generaal".
En dan volgt een lijst van de leden der familie Wijntges,
die hoofdbetrekkingen aan de munthuizen hebben bekleed.
De schrijver eindigt met te zeggen, „dat dus om deze
reden geen regard kan worden genomen, hoe nae den eenen
ofte den anderen in maeclischap zouden hebben bestaen".
De generaals van de munt waren echter van eenigszins
andere opinie, in ieder geval meenden zij goed te doen bij
hun uitspraak aan H. H. Mog. op deze familie-verwandschap
nadruk te leggen.
5. Johan ter Borch of Ter Burch, assayeur van der Provintiael
munte van Overijssel, waaraan hij reeds 20 jaar was werk
zaam geweest.
6. Jan of Johan Wijntges, muntmeester van de Rijcxmunte
tot Deventer.
7. Willem de Man, assayeur van de wisselbanck tot Delff.
8. Walhoff, assayeur van de banck van wissel tot Rotterdam.
9. Johan Looff, isersnyder van de munte van Zeeland.
Niet alle sollicitanten hebben aan de eindproef deelgenomen.
Vermoedelijk door het groot aantal aspiranten hadden de heeren
Staten gemeend het tractement van den nieuwen assayeur-generaal
wel te kunnen verlagen en daarbij den titel van „Raet" af te
schaffen en eveneens aan het ambt te mogen ontnemen „de bene
ficie van te mogen besoigneren ende stemmen neft'ens de Generael-
meesters der Munte." Dit had ten gevolge, dat enkele candidaten
hunne solicitatie na de eerste proef te hebben afgelegd, hebben
teruggenomen, en daaronder waren volgens de Generaal-Meesters
vele „ervaren meesters" geweest.
Ten slotte bleven de volgende sollicitanten over:
Johan en Casper Wijntges,. Willem Versteech t), WVllem
de Man en Jan of Johan Looff.
De schriftelijke sollicitatie van dezen laatsten luidde als volgt
„Verthoont met behoorlijcke ende gedienstege eerbiedinge
1) Op een andere plaats Willem van der Steeck genoemd.