14
Johan Looff, isersnyder van de munten in Zeelant, dat hy
suppliant eenige jaeren 't selffve ampt tot goed contentement
hebbende bedient, zoo hy als noch is doende, ondertusschen
hem mede vorder heeft geoeffent niet alleene tot voors. zijne
bedieninge, maer oock wat aengaet het stuck ende kennisse
van den assaye van de munten, op hope ende vertrouwen,
Uwe Edele Hooch Mogende noch meerder ende getrouwen
dienst daerinne te mogen doen, midts 't welcke ende alzoo
tegenwoordig vaceert de plaetse ende bedieninge van Assayeur-
Generael, die U Hooch Mogende buyten twijffel medt een
bequaem persoon sullen soecken te bekleeden, soo versoeckt
hy suppliant ootinoedich, dat Uwe Edele Hooch Mogende ge
lieven hem de voorscr. bedieningen van Assayeur-Generael te
vergunnen, medt vertrouwen van een getrouwen ende bequaemen
dienaer ende tevreden zijnde daervan de proeve mede uut
te staen.
Dit doende etc."
De proef voor allen bestond in het essayeeren van een gouden
munt quitzelier en van den zilveren leeuwendaalder. Wat de
gouden munt betrof, daarvan was van allen het verkregen resul
taat gelijk, namelijk „met zijn zilver en loot behoorlijck geassayeert
op 18 karaten, 3 greynen". Van den zilveren leeuwendaalder was
het essaai echter verschillend, het varieerde tusschen 9 penningen en
9 penningen 1/2, 5/g, 3/4, 23x/4 grein enz.
Het essaai van Johan Wijntges, die de betrekking heeft ge
kregen, was ontleed op 9 penn. l/2 grein, dat door Johan Looff
gemaakt op 9 penn. J/8 grein. „De brootgens verscheelden 1/i greyn.
Dito zijn proelf hermaeckt ende gevonden: op 9 penn. 5/8 greijn
schaers. De brootgens verscheelden alsvoren 1/i greijn, ende 't eene
brootgen was bruyn".
Bij de latere proeven op 3, 4, 5, 6 en 7 November genomen
de eerste hadden in Augustus en September plaats gehad
werd o.a. de Zwolsche leeuwendaalder van 1637 geëssayeerd.
Johan Wijntges heeft er niet aan deelgenomen. De examinatoren
waren blijkbaar tevreden over het resultaat van zijn essaais, op
28 Augustus en 8 September genomen, die gelijkluidende cijfers
aangaven.