23
Gedenkpenningen.
Looff's eerste werk op dit gebied is, zoover wij weten, een
penning op de inneming van 's-Hertogenbosch en
Wezel door Frederik Hendrik. 1629.
De overgave van deze onneembaar geachte stad aan het Staatsche
leger had een ongewone beroering in den lande verwekt. De
jubel was algemeen. Er zou nu een einde komen aan het on
noemlijke leed, dat de Bosschenaren aan de omringende landen
en plaatsen hadden berokkend. Het is dus verklaarbaar, dat de
verovering van Den Bosch met uitbundige vreugde werd begroet
Jammer, dat de overwinnaars in hun jubel te ver gingen en het
den Bosschenaars, die door het langdurige beleg geheel uitgeput
en terneergeslagen waren geworden, zeer moeilijk maakten, waarvan
het gevolg was, dat een deel der bewoners, alsmede vele geeste
lijken en kloosterlingen de stad verlieten of plannen maakten
dit te doen, wat JIezeaians 2) doet zeggen, dat de veroveraars
„die ongelukkige vluchtelingen beschouwden als ondieren van
allerlei soort, die door den Leeuw der Yereenigde Nederlanden
uit het Bosch verdreven werden, dat zij bewoonden".
Het is deze voorstelling, die op de gedenkpenningen op de
inneming der stad door Looff wordt afgebeeld. Het is duidelijk,
dat hem de opdracht van hoogerhand is verleend en dat zoowel
de zinnebeeldige voorstelling als de om- en opschriften niet door
Looff zijn uitgedacht. Zijn tijdgenoot, de reeds vermelde Laurens
van Teylingen, essayeur-generaal en stempelsnijder, heeft even
eens op deze gebeurtenis een medaille uitgegeven met gelijke voor
stelling en zelfde op- en omschriften. Zie: Van Loos 3) II, blz. 183.
Beide kunstenaren hadden van de Staten-Generaal het privilege
1) Ook in Zeeland, want talrijk zijn de Zeenwsche vrijwilligers geweest, die onder
P. Janssen aan het beleg hebben deelgenomen. Swalue geeft zelfs aan Janssen's
medewerking de eer, dat de stad spoediger is kunnen worden ingeuomeu.
E. B. Swalue. De daden der Zeeuwen gedurende den opstand tegen Spanje, blz. 186.
2) J. C. A. Hezemans. 's Hertogenbosch van 1629 tot 1798. 's Hertogenbosch
1899, blz. 22.
3) G. van Loon. Beschrijving der Ned. historie-penningen. VGravenhage 1723
1731. 4 dln.
