26
1631, voor den laatsten keer, een Spaansche armada naar Zee
land uitgerust. Doel daarvan was een blijvende stelling op Elakkee
te veroveren eu bijgevolg Holland van Zeeland te scheiden. Het
doel is niet bereikt. Een groot aantal schepen onder bevel van
den markies Van Aytona en den admiraal Boy, bemand met meer
dan 6000 man landingstroepen onder graaf Jan van Nassau,
was den 12den September 1631 het eiland Tholen genaderd. De
Staatsche schepen onder bevel van Marinus Hollare, versterkt
met schepen, van Johan Evertsen's smaldeel, bevonden zich
nabij Valkenisse op Zuid-Beveland. Toen de vijand het ondiepe
vaarwater bij Tholen, vol slikken, schorren, kreken en andere
ondiepten was ingetreden, vonden de Staatschen het gewenscht
hem tegemoet te gaan. De slag was weldra algemeen. Beeds
dadelijk waren vele Spaansche schepen in het ondiepe water aan
den grond geraakt, waaronder ook het admiraalsschip behoorde.
De slag zou reeds dienzelfden nacht zijn beslist, ware het niet,
dat een plotseling opgekomen nevel het verdere vechten had ver
hinderd, maar die van den anderen kant het voordeel gaf, dat
daardoor de vijand verhinderd werd de vlucht te nemen en de
aan den grond geloopen sloepen te redden. Bij het aanbreken van
den dag werden deze gemakkelijk veroverd. De slag eindigde met
een volslagen vernieling van den vijand. De buit was enorm.
Nooit waren zoovele schepen in Staatsche handen gevallen als
thans het geval was. Van zeer veel belang is hierbij de hulp
geweest, door Zeeuwsche kapiteins en zeelieden verleend x).
Zes groote gedenkpenningen, alle in Van Loon, deel II, be
schreven, vereeuwigen dit heldenfeit. Johannes Looff vervaar
digde er een tweetal van, die zeer uitvoerig zijn bewerkt.
3. (Afb. 2.) De voorzijde van de eerste dezer beide medailles geeft
in bijzonderheden het terrein weer, waar het gevecht heeft plaats ge
had. Zooveel mogelijk zijn de namen der omliggende eilanden,
dorpen, steden, rivieren en kreken er bij gevoegd. Ook de ligging
der elkander bevechtende schepen vindt men er bij aangeteekend,
alsmede het verloop van den strijd door middel van een stip-
1) De Staten van Zeeland eischten dan ook hun deel in den buit, dat meer dan
de helft bedroeg, bij de Staten-Geueraal op. Het verzoek werd billijk gevonden en
toegestaan. Swaltjwe, l. c., blz. 193.