28 Capitein Aert met't schip van zijn Excellentie. Capitein Cornelis Rogierszóon. Capitein Eeuwighrijke. Capitein Jan de Cock. Capitein Jan de Mol. Capitein Daniël Corneljszoon. Capitein Philips Joosten. Y. O. J. V. W. Geen omschrift. Wij hebben getracht de laatste vijf initialen te ontcijferen. Het is niet gelukt, daar het onzeker is of deze letters de initialen aanduiden van vijf personen, dan wel of de twee Y's, die er in voorkomen, het woord vaandrig hebben aangeduid. Op het Rijksarchief alhier vernamen wij, dat de Notulen der Gecommit teerde Raden tot de Admiraliteit van Zeeland in Den Haag be rusten, dus niet konden worden onderzocht. In de rekeningen van Willem Brouwer, „ontvanger-generaal van Zeelandt van sijn administratie te watere", vonden wij in 1631 een kapitein Warrewijck vermeld, die mogelijk door de W op den penning wordt aangeduid. De Zeeuwsche kapiteins, die een groot aandeel aan den slag hebben gehad, zijn, behalve de reeds op den penning vermelde, Jacobsz. Vlieger en Jan Jacobsz. Vlieger. Deze namen zouden met de overige Y's in verband kunnen worden gebracht 2). Voor de letter O is geen verklaring te vinden 3). De I kan kapitein Tta hebben aange wezen. Zekerheid is in deze niet te krijgen. De keerzijde wordt ingenomen door het volgende opschrift, dat door een paar smalle lijnen wordt omsloten. Onderaan het Zeeuwsche wapen tusschen Anno 1631. Geteekend I. L. Pecit. 1) De Zeeuwsche kapiteinen Eeuwigrijck eu Jacobsz. Vlieger, benevens Heerde, klampen nu de vijandelijke schepen aan boord. Weldra volgen de overigen dat voorbeeld, en voor middernacht is het gevecht algemeen. (Swalue I. c. blz. 190.) De Zeeuwsche kapitein Jan Jacobsz. Vlieger en Frans Jansz. van Vlissingen, die lichte schepen hadden, werden met deze vooruitgezonden, en voor de vloot nog bij hen was, hadden zij den vijand reeds aanzienlijke schade toegebracht. (Swalue 1. c. blz. 191.) 2) Voor het geval namelijk, dat het twee afzonderlijke personen zijn geweest. 3) Mededeeling van Jhr. P. J. Boogaert alhier, die zoo welwillend was mij in deze in te lichten.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1925 | | pagina 92