XXIII
bereid, als donateur toe te treden met een jaarlijksche bijdrage,
een met een bijdrage ineens; bun naam is genoemd in bijlage II;
in bijlage III zijn de namen vermeld van de 22 personen, die
als correspoiideerend lid toetraden.
Het reglement der Commissie, vastgesteld in overleg met bet
Bestuur van bet Zeeuwscli Genootschap der Wetenschappen, werd
in 200 exemplaren gedrukt.
Het voorgenomen onderzoek naar gebruiken als gaaischieten
e. d., met het doel de verkregen gegevens te verwerken tot een
beschrijving, wordt voortgezet.
Op voorstel van den heer Unger werd een onderzoek ingesteld
naar het aantal kinderen, dat de lagere scholen op Zuid-Beveland
en Walcheren (de steden uitgezonderd) bezoekt, gekleed in een
der Zeeuwsche kleederdrachten. Dit onderzoek zal na een aantal
jaren herhaald moeten worden om te kunnen vaststellen, in welke
mate deze kleederdrachten verdwijnen.
De opgaven, welke met goedkeuring van de heeren Inspecteurs
van het Lager Onderwijs te Middelburg en Goes door de hoofden
der scholen werden verstrekt, werden den heer Unger, op diens
verzoek, ter verdere bewerking afgegeven. Het resultaat hiervan
vindt men hierachter in bijlage IV.
De heer B. Remijn, achterkleinzoon van een der oprichters van
de sedert 1826 bestaande, doch thans voor andere doeleinden ge
bruikte Meestoof „Nederland" te Nieuwdorp, heeft toegezegd een
beschrijving te. zullen leveren van de werkwijze, gevolgd bij de
bereiding der meekrap in die meestoof".