xxviii
Een geheel ander beeld geeft ons Walcheren, waar bij de be
volking van het platteland voor een groot deel de kinderen reeds
op zeer jeugdigen leeftijd in het landseigene costuum worden ge
stoken Ook hiervan hebben wij een naar de gemeenten bewerkte
statistiek opgemaakt 2).
Wat men, in Walcheren rondziende, reeds heeft kunnen consta-
teeren dat de Zeeuwsche dracht zich meer heeft gehandhaafd (of
moeten wij eigenlijk niet zeggen in mindere mate is afgelegd)
bij de vrouwelijke dan bij de mannelijke bevolking, vinden wij
ten aanzien ook reeds der schoolplichtige bevolking volkomen
bevestigd en in onze tabel in cijfers uitgedrukt. Twee derde der
meisjes, één derde slechts der jongens, dragen hier nog het lands
eigene costuum. Ook de geografische verbreiding van het verschijnsel
klopt in onze cijfers met den algemeenen indruk. Het uiterst
geringe percentage van Nieuw- en St. Joosland, het laagste van
heel Walcheren, moge ons verwonderen, dat -in een plaats als
Souburg, zoo dicht bij de beide steden gelegen en zoo weinig
landelijk in de samenstelling van zijn bevolking, nog maar weinig
kinderen zich door hun kleederdracht laten onderkennen, kan ons
niet verbazen. Het hoogste percentage daarentegen ten aanzien
van de leerlingen, die het nationale costuum getrouw bleven,
vinden wij. voor de meisjes in Aagtekerke, dat door Meliskerke,
Zoutelande, Westkapelle en Grijpskerke op den voet wordt gevolgd,
voor de jongens te Westkapelle, waarop, met grooter verschil
evenwel, Meliskerke" en Aagtekerke volgen. De cijfers van deze
dorpen, ver boven het gemiddelde percentage uitstekend, zijn nog
in staat ons ten aanzien van het Walchersch costuum hoopvol
te stemmen. Moge de herhaling der enquête over eenige jaren
uitwijzen, dat de algemeen gekoesterde vrees voor verdwijning der
zoo smaakvolle en karakteristieke drachten althans voor Walcheren
niet is gegrond.
1) Naar wij vernemen komt hier echter de gewoonte op, de kinderen eerst op
schoolplichtigen leeftijd op zijn Zeeuwsoh te kleeden.
2) Zie de tabel II