XI
derden male een vluchtberg, thans dien onder Buttinghe. Onze
nieuwe conservator van de steenenkamer heeft in de pers de
wetenschappelijke waarde van deze schenkingen uitvoerig uiteen
gezet en in zijn hierachter volgend verslag behandelt hij de
giften in haar verband met de door hem beheerde verzameling.
Maar ook op deze plaats mag nog wel eens worden gezegd
hoezeer dergelijke waardevolle geschenken, die den studiezin kunnen
aanwakkeren en die voor het geheele gewest beteekenis bezitten,
worden op prijs gesteld. Het denkbeeld, dat aan de liberaliteit
van Mr. Loeft' ten grondslag ligt, is even origineel als nuttig
en reeds onmiddellijk na de overdracht van den vluchtberg bleek,
dat hij overoude cultuurresten bevat, die in Zeeland tot dusverre
schaars zijn aangetroffen
Eene andere aanwinst van groot belang bestond uit eene ver
zameling kleederen van Schouwen, geschonken door de familie
Mulock Houwer, die eertijds te Zieriksee was gevestigd. De col
lectie werd in Maart van dit jaar ontvangen; door de goede
zorgen van onze conservatrice der oude kleederdrachten is zij
hedenavond uitgestald in deze vergaderzaal. Mejuffrouw A. M.
de Man deelt in het hierachtervolgend verslag over de Zeeuwsche
kleederdrachten een en ander over de aanwinst mede en zal
spoedig eene uitvoerige beschrijving publiceeren zoodat ik
thans kan volstaan met de algemeene vermelding van deze kost
bare en hooggewaardeerde schenking.
Eenige voorwerpen echter, die mede onzen verzamelingen zijn
ten goede gekomen, moeten hier nog worden genoemd omdat
hunne verkrijging samenhing met eene betreurenswaardige gebeur
tenis. In het eind van April 1925 werd Uw secretaris door den
heer P. J. van der Eeen Jr. gewaarschuwd, dat de tot eene
hofstede vervormde resten van het middeleeuwsche klooster Water-
looswerve onder Aagtekerke zouden worden afgebroken. Ik stelde
mij onmiddellijk in verbinding met den secretaris van de Provin
ciale Zeeuwsche Schoonheids- en Archeologische Commissie en
27 April bezochten wij samen de plaats. Men 'was dienzelfden
ochtend met het afbreken begonnen. Het weinige, wat wij konden
i) Zie: Middelburgsche Courant van 20 April 1926, Bijvoegsel.