3 den man in wiens gezin Bolle toen inwoonde. Het was dominee Gillot, een zeer modern man, die veel met den jongen praatte en hem de eerste belangstelling bijbracht voor maatschappelijke vraagstukken. Bovendien ging de dominee zijn huisgenoot les geven in het Grieksch en Latijn, in de hoop hem geschikt te maken voor het eindexamen van een Gymnasium, en aldus voor een academische opleiding. Onderwijl, voor het zoover was, verhuisde de predikant met zijn gezin van Zierikzee naar St. Petersburg, welken sprong Bolle niet kon volgen. Deze trok toen naar Gorinchem, waar hij in huis kwam bij dominee Holwerda, die het onderwijs in de klassieke letteren voortzette, wat met een geslaagd eindexamen werd bekroond. Toch was in later jaren deze wat onregelmatige klassieke opleiding altijd bij Bolle, die trouwens geen geboren linguist was, merk baar; en het waren veel meer de persoonlijke eigenschappen dier beide predikanten, die een blij venden invloed hadden geoefend dan hun onderwijs in de oude talen. Aldus toog Bolle in October 1873 naar Leiden om in de geneeskunde te studeeren. Hij was toen, door al dat heen en weer trekken, onderwijl 20 jaar oud geworden. Hij maakte in Leiden al dadelijk kennis met den 17-jarigen Hector Treub, die zich eenige dagen eerder had laten inschrijven x), met wien Bolle vriendschap sloot, wat hun lieele leven zou blijven bestaan. Toch ging Bolle in zijn studententijd bij voorkeur om met juristen, wellicht een gevolg van de eenmaal ontwaakte belang stelling voor maatschappelijke vraagstukken. In Leiden trof hij het met zijn onderwijs. De geneeskundige faculteit daar was sinds 1866 van vijf hoogleeraren gekomen op acht, van wie de meeste nog jong waren of in de kracht van hun werk 2). Het moge vreemd schijnen dat van zijn leermeesters, Heijnsius, Huet, ItosENsTEiN, Zaaijer, Mc. Gillavray, Doijer, Simon Thomas en Polano, het juist deze laatste was wiens vak, de heel kunde, Bolle zoo zeer aantrok. Want Polano was toen 60 jaar 1) Album stuaiosorum Academiae Lugduno-Batavae15751875. 2) Zie J. A. J. Barge, „Het nakroost van Boerhavve", in: Ballas Le'ulensis1925.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1926 | | pagina 70