6 huizen tot stand. Enkele voorbeelden daarvan levert ons ook Bonus's geschiedenis. Al heel gauw na zijn benoeming begon Bolle met het aan vragen van thermometers voor de patiënten in het Gasthuis. Dit onmisbare instrument van waarneming was in de huis-praktijk geregeld in gebruik. Maar de aanvrage voor het Gasthuis vond tegenstand. Men vond het duur en niet zoo heel noodig. Ten slotte kwamen zij toch, voor iedere zaal één; de prijs was 5 gulden per stuk, wat ons ook niet goedkoop lijkt. De verpleging was opgedragen aan oppassers, oude en invalide mannen; zij waren voor hun taak opgeleid noch berekend, wat voortdurend tot klachten leidde. Wanneer wij nu lezen dat in 1882 de eerste ziekenverpleegsters het Gasthuis binnenkwamen, ligt het voor de hand te denken dat die zusters daar kwamen om te verplegen. Maar dat was niet zoo. Zij kwamen alleen in het Gasthuis inwonen; het ziekenhuis was hun kosthuis, en verplegen deden zij in de gezinnen, heel Zeeland door. Na eenigen tijd wist Bolle gedaan te krijgen dat deze zusters, indien zij vrij en daartoe bereid waren, mochten helpen in de operatie-kamer. Later, maar pas in den loop van jaren, groeide hieruit een verpleegdienst door zusters voor het heele Gasthuis; maar in 1902 waren er op sommige zalen nog wel degelijk oude gebrekkige beertjes aan het verplegen. lteeds uit deze enkele voorbeelden wordt het ons duidelijk hoe Bolle bij de ontwikkeling van zijn ziekenhuis-werk den stroom tegen had. Het was de Gasthuis-periode, die Bolle later placht aan te duiden met de omschrijving: er was op iedere zaal één spons, voor de patiënten en de ruiten. Maar al ging de ontwikkeling moeilijk, zij kwam toch. En met die ontwikkeling werd Bolle's bekendheid steeds grooter. Steeds uitgebreider werd zijn praktijk in de stad, steeds vaker en verder weg werd hij in consult geroepen. Het werd een tijd vol van daden, maar ook vol van moeilijkheden. Hij had zich eenmaal zelf uitgeroepen als brenger der nieuwe heelkunde, en zoo moest Bolle zijn woorden gestand doen. Nu zou hij ondervinden, gelijk allen binnen en buiten ons

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1926 | | pagina 73