9
zijn geweest, van een onvoldoend meegaan dier chirurgen met
het stelsel van Lister.
Uit hun antiseptiek zou een te zwakke aseptiek zijn voort
gekomen.
Maar hoe beperkt en hoe onbillijk was deze verklaring!
Neen, wij die op afstand de zaak beter overzien, moeten zeggen:
de tijd der voortrekkers was voorbij, de tijd der ontginners was
gekomen.
De pioniers hadden genoeg nieuw land ontdekt, hadden genoeg
nieuwe wegen gebaand, de bebouwing der velden moest worden
ter hand genomen.
Er moest stelsel komen in alles, en waarlijk niet alleen in de
wondbehandeling. Er moest stelsel komen in het onderzoek der
zieken, evengoed als in de operatieve behandeling hunner afwij
kingen; in de nabehandeling der patiënten, evengoed als in hun
verpleging.
Was het wonder, dat voor dat andere werk menschen noodig
waren met een geheel anderen aanleg? Heeft men van die moedige
voortrekkers niet veel meer verlangd, dan zij met den besten
wil vermochten te geven?
Er kwamen overal stelselmatige ontginners den verderen arbeid
organiseeren, wat voor Bolle niet gebeurde, gelukkig, dan, nadat
hij 30 jaar lang chirurg was geweest van het Gasthuis, een tijds
duur welke niet velen zijner opvolgers zullen bereiken.
Ware Bolle een gewoon, een middelmatig, man geweest, zoo goed
als zeker zou er van zijn verdere leven niet veel te vertellen
over zijn gebleven.
Alvorens echter daarover te spreken, willen wij een poging
doen de vraag te beantwoorden: wie was Bolle als mensch?
Dr. J. J. Berdenis van Berlekom schreef ter gelegenheid van
de viering van Bolle's 40-jarig dokterschap o. a. de woorden
„Primair, emotioneel en actief zijn hoofdlijnen van Bolle's karakter;
sterke phantasie en groote persoonlijke moed doen hem in menschen
en vraagstukken een nieuw perspectief zien"
1) Zie de Middelburg sche Courant van 28 Februari 1919.