21
en waar Jan's zoon Michiel blijkens zijn huwelijksakte 1) is ge
boren. Niet alleen voortreffelijke regeeringsgeslachten, als de
Radeiimaciieks. en de Schoreus, maar ook kunstnijveren als de
familie Burgerhüys heeft de oude keizerstad dus aan Middelburg
geschonken.
Van Jan Burgerhüys zijn mij de volgende werken, in chro
nologische volgorde, bekend geworden
1598. Twee halve kartouwen, waarop de namen der toen re-
geerende burgemeesters 2).
1599. Huisbel met inscriptie 3).
1601. Twee huisbellen met inscriptie 4).
1603. Twee halve kartouwen, waarop de wapens der toen regee-
rende burgemeesters 5).
1603. Klok voor den Abdijtoren te Middelburg 6).
1607. Luiklok toren van de Nieuwe Kerk te Helft 7).
1609. Bronzen vijzel in het museum te Breda 8).
1610. Huisbel met inscriptie, in particulier bezit te Middelburg.
1611. Klok te Kadzand 9).
1611 vlg. Klokkenspel Groote Kerk te Zwolle 10).
1612. Vier metalen mortieren voor liet draaien der deuren van
het nieuwe Sas H).
1) Trouwboek Ned, Herv. Kerk 9 Nov. 1614de bruid heette Janneken van
der Horst, en was geboortig van Middelburg.
2) Archief Zeeuwsch Ge?iootschap VII p. 16.
3) In 1904 op de kopertentoonstelling te Middelburg ingezonden door den heer
J. A. Frederiks (Catalogus dier tentoonstelling no*. 248).
4) Beide bewaard in de Stedelijke Oudheidkamer te Middelburg (Catalogus no. 347).
5) Archief Zeeuwsch Genootschap VIII p. 48.
6) T. a. p. p. 79. Deze klok is vermoedelijk door den brand van 1712 vernield.
7) Voorloopige lijst III p. 29 Vrije Fries dl. 16. p. 226.
In 1595 had Burgerhuys, misschien nog in dienst van Van Trier, een reis naar
Delft ondernomen, om de groote klok aldaar te bezichtigen, zie Archief Zeeuiosch
Genootschap VII p. 75.
8) Dr. J. Kale, De Nederlanclsche monumenten van geschiedenis en kunst 1 p. 196.
9) Voorloopige lijst VI p. 93, met foutief jaartal1691.
Tenzij het tegendeel mocht blijken, is telkens bedoeld in den toren der Ned.-Her
vormde kerk.
10) Bijdragen geschiedenis Overijssel XI 2e serie p. 123 vlg.
Dit klokkenspel is in 1669 ten deele door den torenbrand vernield en later zijn
de resten verkocht, zie t. a. p. p. 134.
11) Archief Zeeuwsch Genootschap VIII p. 55.
