22 1613. Klok te Ritthem, waarop wapens der beide tresoriers van Middelburg.1). 1614. Klok te Teroele in Friesland 2). Met bet stadsbestuur stond hij blijkbaar op goeden voet; den 19el1 September 1613 werden de tresoriers door Wet en Raad gemachtigd, voor hem te doen maken in zijn woning een „loots ofte seker ander behulpsel" 3). Hij overleed in November 1617 en werd den 9en van die maand in de Oude Kerk begraven, aan ieder zijner kinderen 500 gulden als ouderlijk erfdeel nalatend 4). Het bedrijf werd voortgezet door zijn zoon Michiel, die tot zijn dood in 1651 als klok- en geschutgieter te Middelburg werkzaam was. Ook hij genoot van het stadsbestuur verschillende voorrechten, als vrijdom van accijns 5) en liet gebruik van het stadsmagazijn voor het maken van „formen"6). Zijn bekend werk bestaat, behalve een achttal kanonnen, geleverd in de jaren 16211629, maar die in 1800 zijn versmolten 7), uit vier bellen en een groot aantal klokken. Een der bellen, een tafelbel, werd in 1631 gegoten en berust nog in de burgemeesterskamer van Goes 8)van de andere, die niet gedateerd zijn, is één een huisbel, afkomstig van het Schutters hof van St. Sebastiaan te Middelburg en thans in de Stedelijke Oudheidkamer bewaard 9), een in particulier bezit te Middelburg en hangt de andere naast de Consistoriekamer in de Ned. Herv. Kerk te IJzendijke 10). Klokken goot hij in de volgende jaren: 1) Voorloopige lijst VI p. 213 zie ook Archief Zeeuwsch Genootschap VIII p. 104. Merkwaardigerwijs wordt hij hier Johannes Burgerhuys genoemd, terwijl anders altijd van Jan of Hans Burgerhkijs sprake is. 2) Vrije Fries dl. 19 p. 129. Hoeeer maakt in zijn meergenoemd artikel (Bijdr. gesch. Overijssel XI 2e serie dl. I p. 131) melding van een opmerkelijk verschijnsel bij Burgerhuys'. techniek, n.l. het groot aantal gebruikte eieren, hetgeen door hem hij geen anderen gieter is aangetroffen. 3) Zie Register ten rade (Gem.-archief Middelburg) 19 Sept. 1613. 4) Zie de bovenaangehaalde weesakte. 5) Register ten rade 5 Mei 1618. 6) Register ten rade 5 Febr. 1630. 7) Archief Zeeuiosch Genootschap VIII5 p. 18. 8) Voorloopige lijst VI p. 40. 9) Catalogus Oudheidkamer no. 350. 10) Voorloopige lijst VI p. 89, waar de bel een „klein klokje" wordt genoemd. Zij is voluit gesigneerd en niet met monogram, gelijk aldaar is opgegeven.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1926 | | pagina 89