29 de volgende beschrijving: „lengte 122, middellijn bij den mond 12,5, aan het andere einde 18 c.M. Het kanon is verdeeld in verscheidene versierde zones; één draagt het opschrift: Johannes Bürgerhüys me fecit 1678, een volgende vertoont het wapen der familie van Reygersbergh, dan een met festoenen en als handvatsel twee dolfijnen; vervolgens een met honden, die een hert aanvallen en jachttropaeën met het opschrift: Semper idem; tenslotte een met een gedrapeerden vrouwenkop tusschen ranken". Hit is het laatste werk, dat ons van Johannes Bürgerhüys bekend is geworden; zooals wij zagen, is hij in het begin van het volgende jaar begraven. Een verzoek van zijn weduwe aan de Staten, om de gieterij te mogen „continueeren door hulpe van een meesterknecht", werd gewezen van de hand Aan het bedrijf van de klokkengietersdynastie Bürgerhüys kwam dus een einde. 1) Stateu-notulen 3 Juni 1679.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1926 | | pagina 96