41
Catsiana had verzameld. „Daar vindt men nagenoeg alles te zamen,
wat van en over den Zeeuwschen volksdichter bestaat. Wie zich
aan de studie van zijn leven en werken wil wijden, behoeft niet
verder naar bouwstof om te zien." Aldus Prof. Pruix in eene
bespreking van de merkwaardige collectie die thans als eigendom
van de Maatschappij der Nederlandsche Letterkunde berust in de
Universiteitsbibliotheek te Leiden.
De werking is echter gering gebleven. Wel inspireerde de
catalogus den heer J. G. Prederiks tot zijne studie over „Jacob Cats
en zijne omgeving, naar aanleiding van de handschriften in het
Museum Catsianum" 2) en citeert „Zelandia Illustrata" herhaaldelijk
de verzameling, ook werd een aantal brieven daaruit afgedrukt in
het werk van den heer J. Korthals Altes, getiteld „Polderland in
Engeland" (1924) en gewijd aan den Zeeuwschen bedijker Cornelis
Vermuijden 3), maar overigens zijn sporen van gebruik der ver
zameling met een lantarentje te zoeken. Het is waar, dat het „Museum
Catsianum" wel veel bevat, wat betrekking heeft op de onderneming
der dijkages in Staats-Vlaanderen, maar nagenoeg geene stukken telt,
die licht kunnen werpen op het persoonlijk en huiselijk leven van
den dichter vóór en tijdens zijn verblijf te Middelburg, dus tot
het jaar 1623. Ware het anders, dan had de verzameling misschien
meer de aandacht getrokken, want de periode tot 1623, in welk jaar
Cats als pensionaris naar Dordrecht vertrok, is de minst gekende.
Wel deed Mr. J. H. de Stoppelaar in 1860 een boekje verschijnen,
getiteld J acob Cats te Middelburg", maar dit handelt in hoofdzaak
over het huis in de Noordstraat, door Cats bewoond.
Thans is eene belangwekkende aanvulling beschikbaar geworden
voor het historisch onderzoek. In 1920 kocht het Rijksarchief in
Zeeland op eene handschriftenveiling te Middelburg een groot aantal
origineele stukken betreffende Jacob Cats en zijne familie 4),
1) Verspreide Geschriften, IX, 539 vlg.
2) In: Ond-Holland, 7e jaargang, 1S89, blz. 169 ylg., 241 vlg.
3) Ook in het Engelsch verschenen onder den titel „Sir Cornelius Vkemuijden",
TVilliama Norgate, London, 1925.
4) Beschreven inVerslagen omtrent 's Rijks Oude Archieven, 1920, II, 195, urs.31-36,