49 daarna is liij op de jacht gegaan om ons van hazen te voorzien. Je vader heeft er een meegebracht en hij zendt je dien hierbij, opdat je mag ervaren wat de hazen van Groede op tafel beteekenen want wat ze in het veld waard zijn kan je niet zien, omdat je maar aldoor van ons wegblijft" En Cornelis schrijft niet zonder zelfvoldoening onder aan denzelfden brief„Mijn soone, wij sijn Godt loff lieden morgen alhijer tot Middelburch met ons mesnage van der Groede wel gearriveert ende hebben nu ten vollen, immers tgene voorgenomen was, aent liuijs ende schuijre voltimmert. Die schuijre tot Oosburch is oock dese toecomende weke gedaen. Hebben oock Godt loff met grooter bequaemheijt gesaeijt omtrent 90 ge meten wintergerste ende 20 gemeten terwe. Daer is ontrent 7 ofte 8 gemet goet saet ende ontrent 55 ofte 56 gemet, twelck seer cleijn is. Doch misschijen oft een sachte winter waere laten leggen op avontuere. Ten quaetsten tsal Mertse gerste connen sijn. Tlant in Heijnricuspolder sullen nu alle dage doen plougen ende sijen in der lente, wat men daermede doen sal. Hijer hebt ghij de gelegentheijt van onse goederen in Vlaanderen, die ick re- gere". In het voorjaar van 1615 werden de zorgen van Cornelis Cats weder elders geëischt. 13 Maart schrijft Jacob aan Lenart „Je vader zal nog deze geheele maand te Brouwershaven blijven, zooals hij mij schreef. Hij wordt bezig gehouden met den dijk van Sint-Cliristoffelspolder, die onlangs door vloeden geweldig heeft geleden, zoodat je vader tot wanhopigwordens toe aan het werk is. Maar dank zij de hulp en bijstand van den magistraat te Brouwershaven, zal de dijk wel hersteld kunnen worden. Wij hebben in onze landen, in Vlaanderen wel te verstaan, geene 1) „Strobanus ille quem nosti iam colophonem ville nostre imposuit et succes- sivis horis venationi operam dans nos leporibus bic aliquot providit et iam quidem pater unum secum adferens eum tibi dat dedicat, ut et tu quid lepores Grodani in mensa possunt (in campo enim quid valeant absens videre non posses) reipsa experiares." Archief 1927 4

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1927 | | pagina 131