S3
aan de gymnasia te Winschoten, Brielle en Leiden. Hij promo
veerde in 1S55 (zijn dissertatie was de eerste in het Hollandsch
geschrevene). In 1856 werd hij benoemd tot leeraar aan het
Gymnasium en de Klinische School te Middelburg. Later was hij
aldaar directeur van de H. B. S., welke betrekking hij tot aan zijn
dood vervulde.
Talrijke publicaties van zijn hand zijn gewijd aan cosmographi-
sche onderwerpen. Op botanisch gebied heeft hij zich verdienstelijk
gemaakt door de schenking van talrijke planten (lagere fungi,
orcliideae etc.) aan het Vereenigingsherbarium der Ned. Bot. Ver.
Verder zij nog verwezen naar de hierboven meer uitvoerig besproken
collecties Walchersche planten, door hem. bijeengebracht.
In 1859 werd hij tot lid der Ned. Bot. Ver. benoemd.
D. Lako was een der voornaamste Nederlandsche Floristen. Ook
speelde hij een rol in het vereenigingsleven der Nederlandsche
teekenleeraren. Geboren te Middelburg bezocht hij aldaar de Hoogere
Burgerschool. Later bekwaamde hij zich voor M. O. Teekenen en
was achtereenvolgens leeraar te Apeldoorn en Zwolle, waar hij in
1919 plotseling overleed. Zijn voornaamste publicatie over Zeeuw-
sche planten is de „Tweede 1 ijst van openbaar en bedekt-
bloeiende vaatplanten in Zeeland, door A. Walhaven
en D. Laico." (Ned. Kruidk. Archief II, VI, pag. 101 sqq.)
In het Herbarium Zeelandiae vindt men verscheidene
door hem verzamelde planten. Zijn eigen Herbarium bevindt zich
in het „Rijks Herbarium" te Leiden; aldaar berusten ook
talrijke, door hem geteekende, verspreidingskaartjes van indigene
phanerogamen.
S. Lako was een broer van de voorgaande, lange jaren stond hij
aan het hoofd van het „Landbouwwerktuigkundig-Instituut" te
Wageningen. In 1918 nam hij zijn ontslag en keerde naar zijn ge
boortestad Middelburg terug. Hij overleed aldaar voor eenige jaren
en zijn weduwe schonk het door hem nagelaten Herbarium aan het
„Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen". Een
gedeelte van dit Herbarium is bij het „Herbarium Zeelandiae"