VI collectie Hubregtse te Burgh bezocht en daarover adviezen ge geven. Zijn plan was in September 1927 wederom Walcheren te bezoeken. Het heeft niet zoo mogen zijn; hij leed toen reeds aan de hevige ziekte, waarvan hij niet meer opgestaan is. Het bericht van zijn overlijden op len Kerstdag bereikte mij pas op den dag zijner begrafenis, zoodat het Zeeuwsch Genootschap daarbij tot onze spijt niet vertegenwoordigd geweest is. Zijn bescheiden en be trouwbare persoonlijkheid moeten we missen, zijn invloed op de oudheidkunde van Zeeland blijft doorwerken. Er is wederom reden velen voor hun belangelooze hulp dank te zeggen. De samenwerking met 's Rijks Museum van Oudheden te Leiden (Directeur Dr. J. H. Holwerda) werd bevestigd door de be noeming van den conservator persoonlijk tot berichtgever van dat museum bij beschikking van den Minister van O. K. en W. d.d. 11 Juli 1927. Op de Historische Tentoonstelling, 2330 Juli '27 te Goes gehouden, werd in overleg met de heeren A. Tollenaar en J. M. de Nooijer een reeks voorwerpen, afkomstig van het Verdronken Land van Zuid-Beveland ingezonden, in verband waarmee de con servator deel uitmaakte van het comité van inrichting. Aan deze tentoonstelling hebben wij de volgende aanwinsten te danken, die na afloop aan ons museum overgegedragen werdenPlattegrond der overblijfselen van kerk en toren van Nieuwlande (Z.-Bev.), opgemeten, geteekend en geschonken door den heer G. H. Bolier, technisch ambtenaar van den Rijkswaterstaat te Hansweert; 4 wandkaarten van Zuid-Beveland in 1300 (naar A. A. Beek man), in 1530, 1580 en 1927, geteekend en geschonken door den Heer J. M. de Nooijer te OostdijkKrabbendijke; 3 photographieën der overblijfselen van kerk en toren van Nieuwlande, opgenomen door conservator; 6 photographieën van Nieuwlande en Reiinerswaal, opgenomen en geschonken door den heer J. G. Slofl' te Bergen-op-Zoom. No. 793, marmeren blad met opschrift dat oorspronkelijk deel

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1928 | | pagina 10