VIII
Andere scherven, door den heer van Rooyen op hetzelfde
terrein verzameld, wachten nog op onderzoek.
De heer A. de Yos te Voorburg schonk een uitgebreide verzame
ling fragmenten, af komstig van de Romeinsche vlootvesting Arents-
burg aldaar. Nadat gebleken was, dat tegen aanvaarding van deze
buiten Zeeland gevonden collectie in de praktijk geen bezwaar was,
hebben wij het belangrijke geschenk zeer gaarne aangenomen, daar de
voorwerpen bijna alle uit denzelfden tijd afkomstig zijn, als de
Romeinsche vondsten bij Domburg. Doordat Arentsburg en de
Nehalennia-tempel waarschijnlijk tegelijkertijd étappes op de route
van den Rijn naar Britannia waren (men stelle zich volgens
Holwerda voor, dat de schepen den ouden Rijn volgden tot nabij
de monding en dan naar het Zuiden afsloegen om langs Arentsburg
door binnenwateren Walcheren te bereiken en daar zee te kiezen),
is er veel overeenkomst tusschen het in beide plaatsen gevonden
aardewerk en bieden de over 't geheel beter bewaarde stukken van
Arentsburg belangrijk studie- en demonstratie-materiaal ter ver
gelijking met de Domburgsche vondsten. Een eerste keuze uit de
verzameling is voor het publiek uitgestald.
Vluchtbergen. Op bouwland naast den ten deele afgegraven
vluchtberg te Poppekerke (Walcheren no. 18) vond ik een scherfje,
dat, naar Remouchamps mij bevestigde, Romeinsch bleek te zijn
(grijze pijpaarde, zwart beschilderd, geribd, als Holwerda, „Arents
burg" Afb. 91 no. 77 of 83). Het is natuurlijk voorbarig uit diteene,
los gevonden stukje veel gevolgtrekkingen te maken. Ook bij het
afgraven van den vluchtberg te Duivendijke (Schouwen no. 16)
zijn Romeinsche scherven gevonden. (Zie A. E. van Giffen in
7e en 8e Jaarverslag v. d. Ver. voor Terpenonderzoek p. 48 en ver-
zameling-Hubregtse). De Zeeuwsche vluchtbergjes zijn naar de tot
dusverre overeenstemmende ervaring, zeker niet vóór den Karo-
lingischen tijd, waarschijnlijk nog later, tot eenigszins aanzienlijke
hoogte opgeworpen. We moeten echter de mogelijkheid in 't oog
houden, dat, evenals bij de Eriesche terpen gebleken is, de bergjes
zijn opgericht op plaatsen, die reeds in den Romeinschen tijd