117 kan worden bij laag water en dit slechts enkele uren, terwijl de toestand van het terrein, slik en water, nu juist niet meewerkt om vlug te kunnen opschieten. Voorloopig hebben we ons dan ook moeten beperken tot het voornaamste bouwwerk: kerk en toren. Het resultaat is de door den heer Bolier met groote nauwkeurigheid vervaardigde tee- kening, welke door de goede zorgen van den Conservator, den heer P. J. van der Peen Jr., een plaats gevonden heeft aan een der wanden van de Steenenkamer in het Museum. In deze af- deeling bevinden zich ook een drietal vergrootingen van de photo's van kerk en toren, door den heer van der Peen gemaakt bij zijn bezoek aan Nieuwlande op 13 Augustus 1926 (Zie Archief 1927 p. XV). Het volgende diene als toelichting bij de reproductie dezer teekening. Zooals de plattegrond aangeeft, is de hoofdstrekking van het gebouw de algemeen geldende OostWest. Romdom de kerk lag het kerkhof, waarvan de loop van den muur nog goed is te volgen. Yoor den bezoeker van het terrein lijkt deze muur cirkel vormig, doch bij het opmeten bleek het beloop vrij onregelmatig te zijn. De kom van het dorp lag ten Zuiden van de kerk en was door een ruim plein van deze gescheiden. Westwaarts van het gebouw liep een weg, waarlangs aan weerszijden huizen stonden, welke weg voerde naar een tamelijk groot bouwwerk, waarvan de bestemming uit de nog aanwezige grondslagen tot nu toe niet is kunnen worden vastgesteld. Naar we hopen, zullen dezen zomer die resten in teekening worden gebracht. Ten N. en O. van de kerk schijnen niet veel woningen te hebben gestaantenminste de overblijfselen daarvan zijn slechts gering. Een weinig Oostwaarts moet eertijds een oude waterloop hebben bestaan, welke de scheiding vormde tusschen de ambachten Nieuw lande en Krabbendijke. Dit kan de Morlode zijn geweest. (Zie A. A. Beekman, Geschiedkundige Atlas van Nederland, Zeeland

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1928 | | pagina 181