119 (Zie voor bijzonderheden over formaten van middeleeuwsche bak steen: Frans Vermeulen, Handboek tot de Geschiedenis der Nederlandsche Bouwkunst. Den Haag, Mart. Niohoff, 1928 Dl. I, p. 273 e.v.). Opmerkelijk is ook het groot aantal steenen, geheel of gedeeltelijk bedekt met groen glazuur. Hier en daar is het metselwerk gaaf bewaard gebleven, wat vooral het geval is bij den toren. (Op de teekening is de toestand van het metselwerk door verschillende arceering aangeduid). De toren stond aan de Westzijde van de kerk. Het was een vierkant gebouw met zware muren, op de hoeken van steunbeeren voorzien. De afmetingen bedragen: buitenwerks 12 X M., binnenwerks 5 X 5 M., dikte der muren 3,5 M. Het gave, nog vast aaneengesloten metselwerk bestaat alleen uit baksteen van bet formaat 28 X 13 14 X 31 C-M- Door de sterke begroeiing met zeewier steekt het fundament scherp af tegen de grijze slikvlakte en valt daardoor reeds van verre in het oog. (Zie de foto van den heer Van der Feen). Naar het Oosten was tegen den toren de kerk aangebouwd. In tegenstelling met de eerste zijn de grondslagen van de laatste niet zoo goed bewaard gebleven. Op enkele plaatsen vindt men nog gaaf metselwerk, doch meestal zijn het losse steenen of zelfs niets dan een spoor van puin. Hier hebben we dan ook veel graafwerk verricht om te trachten in de diepte alsnog vaste res tanten van de muren te vinden. Op vele plaatsen bleek echter geen steen meer aanwezig te zijn. Hoewel de verleiding groot was de ontbrekende muurdeelen bij te fantaseeren, hebben we dit niet gedaan. De heer Bolier heeft slechts in kaart gebracht, wat werkelijk kon worden waargenomen. De afmetingen zijn voor een dorpskerk groot te noemen: lengte 47 M., grootste breedte 18 M., breedte van het koor 11 M. x) De grondslagen der kerk doen vermoeden, dat het een kruiskerk 1) Deze afmetingen zijn dezelfde als die van de kerk te Kruiningen, waarvan het koor is afgebroken. De Kruiningsehe kerk heeft evenwel geen toren aan de West-, doch aan de Zuidzijde.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1928 | | pagina 183