121 putten te lerseke moet veel steen zijn weggehaald van de bouw vallen op liet Verdronken Land, vooral van Nieuwlande. Het was ook zoo gemakkelijkmen voer bij hoogwater naar de puinhoopen, liet het vaartuig met de ebbe op het droge vallen, had 4 a 5 uur tijd om te laden en de vloed maakte het schip weer drijvende. Natuurlijk nam men alleen de losliggende steenen weg. Vandaar dat op sommige plaatsen de fundeering tot op den laatsten steen is verdwenen en daarentegen op andere plaatsen het vaste metsel werk boven de slik uitsteekt. (Het weghalen van steenen wordt bevestigd in Van der Aa, Aardrijksk. Woordenboek van Nederland, Dl. 8 (1846) p. 173: „Nieuwlande". De grondslagen der kerk en huizen zijn bij laag water duidelijk op het Verdronken land te zien en zijn gelegen op !/4 uur gaans van den oostelijken dam van de Nieuwlande- polder, wordende er nog heele gebakken steenen daaavan gebruikt, waarvan verscheidene woningen in dezen omtrek gebouwd zijn). De vloerbedekking in de kerk heeft waarschijnlijk voor een groot deel bestaan uit blauwe en roode tegeltjes. (Formaat der blauwe 16 x 16 c.M.; der roode 14 x 14 c.M.). Behalve een enkel vergeten exemplaar tusschen het zeewier zijn er geen meer te vinden. De meeste zijn enkele tientallen jaren geleden weggehaald om tot bevloering der oesterputten te dienen. Voor den schoen winkel van den heer Zweedijk, Noordweg, Krabbendijke, ligt een straatje van 500 blauwe tegeltjes, die eveneens afkomstig zijn van Nieuwlande, doch waarvan het niet zeker is of ze deel hebben uitgemaakt van den kerkvloer. Het bovenstaande vormt dus een aanvulling op een drietal artikeltjes: „Sprekende steenen en vandalisme," gepubliceerd in de Nieuwe Botterd. Courant (18 Jan. 1928 Ochtendblad B; 20 Jan. en 28 Jan. d.a.v. Avondbl. B). In deze artikelen worden enkele voorbeelden genoemd van zeeweringen, waarvoor het materiaal gedeeltelijk geleverd werd door oude bouwvallen. Voor zoover mij bekend, vertoonen de zeeweringen van de polders in de omgeving van Nieuwlande daarvan geen sporen, wat, gezien het gebruik

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1928 | | pagina 185