XIV No. 1302. Koperen lepel; merk in Gotische letters: q en bloempotjes, gevonden te Sluis; geschenk van mej. M. G. A. de Man". Het verslag van de conservatrice der Ouderwetse he kamer en van de Zeeuwsche kleederdrachten luidt als volgt: „De afdeeling Zeeuwsche kleederdrachten mocht zich wederom verheugen in het aanwerven van verschillende merkwaardige arti kelen, welke door bemiddeling van de Commissie voor Zeeuwsche Folklore werden ontvangen. Daar hiervan elders in het Archief wordt melding gemaakt, wil ik niet in herhaling vervallenslechts wensch ik te wijzen op de zilveren schuttersplaat van het St. Sebastiaansgilde te Heinkenszand, welke als zevende schild aan den reeds in de verzameling berustenden fraaien ketting van boven genoemd gilde kon worden bevestigd. De zeven schilden dragen verschillende jaartallen. Dit laatste is van 1863, terwijl het voor laatste dateert van 1856. Verder werd de verzameling kleederdrachten, dank zij de mede werking van den heer Mr. J. Loeff te Ivoudekerke en van een belangstellende te Vlissingen, verrijkt door eenige hoeden uit ver schillende deelen van Zeeland. Eigenaardig is het hierbij op te merken, hoe de Walchersche vrouwenkaphoed met dien van 1880 uit Axel vrij wel overeenstemt en toch zou de Walchersche boerin geen hoed uit Axel hebben durven dragen, daar zij terstond zou hebben moeten hooren, dat haar lint niet op Walchersche wijze was geplooid en aangehecht. Een kostbare bijdrage kon aan de afdeeling preciosa worden toegevoegd uit de nalatenschap van den heer A. Breeman, in leven gepens. luitenant-kolonel der infanterie te 's-Hertogenbosch en overleden in 1927. Het is namelijk diens verlangen geweest, dat na zijn overlijden zijn kostbaar repetitie-horloge, hetwelk behalve het uur, ook den dag, de maand en den datum nauwkeurig aanwijst, aan de verzameling van het Zeeuwsch Genootschap zou worden geschonken. Hierbij waren gevoegd een zilveren,opengewerkt horloge-

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1928 | | pagina 18