XV sleuteltje, met vredesduif en palmtak versierd en een gouden signet met gesneden steen. Door aankoop werden een paar rouwbellen, een rouwbroche en een rouwslot voor kralen van de boerin uit Schouwen verkregen. Deze kleine belletjes worden thans nog aldaar, samen met de gouden krullen, gedragen door bejaarde vrouwen uit den behoeftigen stand. Het leek mij wel van belang deze een plaats te geven naast de rouwbellen uit de schenking Mulock Houwer, die voor de gefor- tuneerden hebben dienst gedaan. Heb ik eenige jaren geleden gemeend Zie Archief 1922 de modellen te hebben teruggevonden, waarop in 1774 nieuwe broekstukken zijn gestempeld, thans geloof ik met voldoende zekerheid het klepstuk zelf te hebben ontdekt. Het werd ge vonden bij het omspitten van een land op Walcheren, de spade- snede is nog duidelijk zichtbaar. Het exemplaar is van tin en zal bij de uitgifte als zilver hebben geblonken, evenals dit met de tinnen valsche rijksdaalders het geval is geweest. Dat het jarenlang is gebruikt, ziet men aan het afgesleteue van de voor stelling. Bovendien kwam ik in het bezit van een geheel onbe kend broekstuk van zilver, dat, via Den Haag, uit Westkapelle afkomstig is. Naar ik van bevoegde zijde vernam, is de voor stelling ontleend aan de voorzijde van een gedreven, algemeenen trouwpenning, door Pieter van Abeele, een onzer meest begaafde 17-eeuwsche medailleurs, ontworpen. Deze werkte van 16221677 te Amsterdam, maar is vermoedelijk van Zeeuwsche afkomst. De figuren zijn vol gratie. Twee geliefden geven elkaar de trouw beloften. Het is zeer te bejammeren, dat, door langdurig gebruik de fraaie voorstelling veel te lijden heeft gehad. Het omschrift luidt: „Mijn lief ontfangt mijn brandent hert, dat U op trou gegeven wert". Om te laten zien, hoe artistiek de penning van Van Abeele moet zijn geweest, voegde ik er een foto van den penning bij, die voorkomt in het Tijdschrift van het Koninklijk Genoot schap van Munt- en Penningkunde 1909, pi. VIII, No. 5. Bij het nazien van oude brieven kwam mij een schrijven van

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1928 | | pagina 19